Archive for Vakantie

2009, Oostenrijk

Onze eerste vakantie met ons drietjes! Daarom geen rondreis dit keer, maar 10 dagen op dezelfde plek. We gaan naar Achenkirch (aan de Achensee) in Oostenrijk, een paar kilometer over de grens met Duitsland.

De Achensee, het grootste meer van Tirol, is gelegen op een hoogte van 929 meter en heeft een oppervlakte van 6,8 km2 bij een lengte van 9 kilometer en een breedte van 1 kilometer. Op het diepste punt is het meer 133 meter diep; voor wie het weten wil; daar ligt een glasvezelkabel. Plaatsen langs het meer zijn Pertisau, Maurach en Achenkirch.
In deze omgeving is voor iedereen wel wat te doen: zeilen, surfen, varen, zwemmen, waterfietsen, fietsen, golven, wandelen, bergwandelen, paraseilen, rit met de stoomtrein, musea, een bezoek brengen aan de steden Munchen en/of Innsbruck of het middeleeuwse stadje Hall, de Kristalwelten bezoeken, een ondergrondse ervaring op doen, een vogelpark bezoeken etc.

Op vakantie met Fenne betekent voor ons een aanpassing van onze favoriete vakantiebesteding: geen hele dag meer te voet op pad in de bergen, maar rekening houden met de benodigde slaapjes van Fenne en bovendien ook met onze rug :). Maar we nemen nog niet helemaal afscheid van het bergwandelen en hopen toch nog een aantal dagen wat korte bergwandelingen te kunnen maken. De trekkersrugzak gaat dus mee en we hopen dat Fenne daar veel plezier in gaat beleven!

Dag 1, 12 september
Om 4.15 uur stappen we in de auto. Fenne, die uit haar nachtrust is gehaald om een dikke trui aan te trekken, valt direct weer in slaap. Via Venlo, Koblenz en München rijden we naar Achenkirch, waar we na 3 eet- en luierstops om 14.30 uur aankomen.
We verblijven in een appartement met half pension in Feriendorf Cordial. Onze eerste indruk is goed. Vriendelijk personeel, net appartement met balkon met uitzicht op een gedeelte van Achenkirch en de bergen. De wandelkriebels zijn er al, maar eerst onze spullen uitpakken.
Het vakantiedorp bestaat behalve uit appartementen ook uit chaletwoningen en een hotel. Bovendien heeft het onderkomen een zwembad (volgens informatie het hallenbad van Achenkirch), een wellnescentrum (allemaal bij de huur van het appartement inbegrepen) en massagemogelijkheden. Klinkt goed! Maar met Fenne in de sauna of een stoombad lijkt ons niet zo’n goed idee, dus al deze extra’s laten we aan onze neus voorbij gaan. Voor Fenne is er een kinderspeeltuin, ook geschikt voor de allerjongsten.

[nggallery id=4]

Om 18.00 uur gaan we eten in het restaurant van het vakantiedorp. Het geeft een gezellig berghut achtig idee, maar de Tiroler muziek op de achtergrond hadden ze wel weg mogen laten :). Het blijkt dat ons diner iedere dag bestaat uit 4 gangen, waarvan soep en salade in buffet vorm en hoofdgerecht en toetje opgediend. Soms zal er een thema-avond zijn met alle 4 de gangen in buffetvorm.
Af en toe voelen we ons met Fenne aan tafel net een poppenkast. Vele blikken zijn op ons tafeltje … op Fenne … gericht en een aandacht dat ons kleine meisje krijgt! Ze lijkt er zelf wel van te genieten en zwaait iedereen, vooral 50+’ers,  enthousiast toe.

Voor Fenne is er een campingbed in ons appartement aanwezig. Een van de korte kanten van het campingbed is open te ritsen. Ze ontdekt dat ze er zelf in en uit kan klauteren. Lol!
Verder ontdekt ze al kruipende het appartement, van keuken naar woonkamer, naar hal naar badkamer, naar wc en slaapkamer. Ze lijkt het allemaal prima te vinden.We merken niet dat ze moet wennen aan haar tijdelijke plekje. Ze slaapt heerlijk.

Dag 2, 13 september
Ongeveer 20 graden, bewolkt
Na een heerlijk uitgebreid ontbijt met veel keus gaan we met de wandelwagen voor een korte wandeling door een deel van Achenkirch op pad, ontdekken wat er te beleven valt. We zien op de wandelkaart dat er diverse kabelbanen naar boven zijn. Omdat Achenkirch een wintersportplaats betreft is het de vraag of deze kabelbanen in de zomerperiode ook werkzaam zijn. Ons gevoel blijkt goed, de kabelbanen zijn gesloten. Dat is jammer, maar dat zal er ons deze vakantie niet van weerhouden om deze bergen in te trekken, want wandelpaden naar boven zijn er genoeg.
We lopen via een beboste heuvel en vervolgens langs de Achensee terug naar ons appartement waar Fenne haar slaapje doet en wij deze tijd gebruiken om te lezen in een van de vele meegenomen boeken.

‘s-Middags gaan we met Fenne in de trekkersrugzak op onze rug op pad. We wandelen de panoramaweg-route van ongeveer een uur. Die loopt vlak achter ons vakantie’dorp’ langs en je hebt daar vanaf bijna voortdurend uitzicht op Achenkirch. Vervolgens verkennen we te voet de rest van het dorp Achenkirch en bekijken een leuk klein kerkje op een heuvel. Via een beboste heuvel wandelen we terug naar ons appartement.
We merken wel dat een brabbelend, vrolijk klein meisje in een trekkersrugzak een bezienswaardigheid is voor veel mensen. Onderweg krijgt Fenne veel aandacht van anderen!

Het eten staat vandaag in het teken van een mediterrane avond: een mediterraan buffet.

[nggallery id=5]

Dag 3, 14 september
Ongeveer 17 graden, regen
Slecht weer, dus vandaag doen we het lekker rustig aan. We doen wat boodschappen bij de supermarkt en kopen een Erlebniscard bij de VVV van Achenkirche. Met deze Erlebniscard kunnen we voor 52,00 euro per persoon 7 dagen lang onbeperkt met de Karwendel Bergbahn, de Rofan Seilbahn, de boot over de Achensee en met de stoomtrein die van Jenach naar Maurach loopt. Ook verleent deze kaart ons toegang tot de Swarovski Kristalwelten in Wattens en diverse musea in de omgeving van de Achensee.
Verder spelen we met Fenne in ons appartement en ‘s-middags gaan we zwemmen in het zwembad en bubbelen in het bubbelbad.

Dag 4, 15 september
Ongeveer 25 graden, zon

We rijden met de auto naar Pertisau (15 km), ook aan de Achensee. Daar nemen we de Karwendel Bergbahn van 960 m naar 1430 m omhoog. Met Fenne in de trekkersrugzak op de rug van mama beginnen we aan een pittige klim van ruim 500 meter. Via de Barenbadalm (1457 m) wandelen we in 2 uur naar de Barenkopf (1991 m). We worden beloond met een waanzinnig uitzicht over de Achensee en de dorpjes Pertisau, Maurach en Achenkirch. Al die tijd is Fenne vrolijk en brabbelend  nieuwsgierig om haar heen aan het kijken en zwaait ze vriendelijk naar tegemoet komende mensen. Op deze bergtop lunchen we en vervolgens gaan we via dezelfde weg in 1 uur weer terug naar beneden, naar de Karwendel Bergbahn. In het Alpengasthaus genieten we nog even met een kop chocolademelk en een kop koffie met een enorme apfelstrudel met vanillesaus van de zon. Mama gaat nog met Fenne van de glijbaan en daarna brengt de Karwendel Bergbahn ons weer naar Pertisau en rijden we met de auto terug naar ons appartement.

[nggallery id=7]

Dag 5, 16 september
Ongeveer 20 graden, licht bewolkt.
We gaan met de auto naar de Swarovski Kristalwelten in Wattens, 40 minuten rijden.
Dit is een onderaards landschap dat bestaat uit duizenden kristallen. Een verzameling fantastische installaties en fonkelende werken van grote kunstenaars.
We zien o.a. het grootste geslepen kristal van de wereld. Ook zien we een 11 m hoge en 42 m lange kristallen wand. We staan in een koepel waarin het net lijkt alsof we in een reusachtige kristal staan. Een kerstboom die uit honderden kristallen bestaat. Een donkere ruimte dat in een glinsterend universum veranderd: een licht volgt elke stap, onder de voeten worden fonkelende kristallen gevormd.
Wij genieten meer van wandelingen in de bergen dan van musea, maar dit was heel bijzonder. Ook Fenne keek haar oogjes uit naar alle glinster en kleur.
Tot slot mocht ik van Ewout nog kristallen oorbelletjes uitzoeken en hebben we in het restaurant bij de Kristalwelten gelunched. Na een rondje speeltuin met Fenne zijn we weer terug gereden naar ons appartement.

We eindigen deze dag met een Tiroler abend (Tiroler buffet).

[nggallery id=8]

Dag 6, 17 september
Ongeveer 18  graden, bewolkt
We wandelen met de kinderwagen naar het Achensee  Schiffstation Scholastika en nemen de boot naar Maurach. Daar wandelen we door het dorpje Maurach naar de Rofan Seilbahn en gaan met deze kabelbaan naar 1834 m hoogte.  Als we uitstappen is het zwaar bewolk (oftewel: dichte mist). In de berhut Berggasthof Rofan lunchen we met soep en grote broodbol gevuld met een soort van jam en omhuld in vanillesaus. Heerlijk, maar het was ook voor vier personen voldoende geweest. Vervolgens gaan we weer met de kabelbaan omlaag en lopen we naar een opstapplaats voor de Dampf-Zahnradbahn, de oudste stoomtrein van de wereld die steil de berg omhoog gaat naar de Achensee. Daar nemen we de boot terug naar Achenkirch en vervolgens wandelen we terug naar ons appartement.

[nggallery id=9]

Dag 7, 18 september
Ongeveer 25 graden, zonnig
‘s-Ochtends gaan we met Fenne bubbelen in het bubbelbad.
Na het ochtendslaapje van Fenne gaan we weer op pad met Fenne in de trekkersrugzak. Dit keer in de bergen van Achenkirch zelf. Eerder hadden we al ontdekt dat de kabelbaan in de zomerperiode gesloten was, dus we lopen in ongeveer 1,5 uur van Achenkrich op 930 m naar de Gfollalm op 1491 m via een lange kronkelweg door de beboste heuvels omhoog. Daar drinken we een bak koffie en thee en lopen in 45 minuten weer naar beneden. We snijden bij deze daling wel een stuk af door stukken over de skipiste af te leggen in plaats van over het pad.

[nggallery id=10]

Dag 8, 19 september
Ongeveer 28 graden, zonnig

‘s-Ochtends wandelen we met Fenne in de trekkersrugzak in 15 minuten via een pad wat vlak naast ons hotel begint naar de Kranz Wasserval. Via dezelfde weg lopen we terug.
Na het ochtendslaapje van Fenne rijden we met de auto naar Maurach en nemen opnieuw de Rofan Seilbahn omhoog naar 1834 m hoogte. Dan wandelen we in 1 uur met Fenne in de trekkersrugzak  naar de Gschollkopf op 2039 m hoogte, een platform gebouwd op een spitse berg, om daar te genieten van het wijdse uitzicht. Vervolgens lopen we via hetzelfde weg naar de Bergbahn met halverwege een stop voor een picknick lunch. Lekker makkelijk, Fenne kan kruimelen wat ze wil.

[nggallery id=11]

 

Dag 9, 20 september
Ongeveer 28 graden, zonnig
We lopen met Fenne in de trekkersrugzak naar het Achensee  Schiffstation Scholastika en nemen de boot naar Gaisalm, gelegen op de westelijke oever van de Achensee. We beginnen de wandeltocht met een picknick-lunch op deze Gaisalm. Vervolgens gaan we op pad via de Mariensteig naar Achenkirch.
De Mariensteig is een smal bergpad onderaan in de bergwand en loopt van Achenkirch naar Pertisau. De Mariensteig bestaat uit twee delen: het eerste deel is van Achenkirch naar de Gaisalm en het tweede deel van Gaisalm naar Pertisau. Wij wandelen alleen het eerste deel, maar dan andersom. Een heel leuk pad: klimmen en dalen over paadjes, uitgehouwen trappen en rotsblokken.
Als we weer in Achenkirch zijn eten we een ijsje aan de Achensee en gaan vervolgens binnen bij het Heimatmuseum Sixenhof, ook gelegen aan de Achensee. Het is een boerderij waar  je in 19 verschillende ruimtes kunt zien hoe het leven er hier vroeger uit zag en er worden tal van oude ambachten geëxposeerd.
Ten slotte wandelen we weer terug naar ons vakantiedorp waar Fenne zich vermaakt in de speeltuin. Vooral 3 speeltoestelen vindt ze interessant. Een plastic speelhuisje. Een plastic trapopgang met aan de andere kant een glijbaan en de zandbak. Vooral het klauteren op de traptreden (ze kan helemaal zelf omhoog klauteren!) en daarna glijden is dikke pret!

We eindigen de dag met een Oosterijks buffet.

[nggallery id=12]

Dag 10, 21 september
Helaas, de vakantie zit erop.
Na een goed ontbijt vertrekken we om 8.00 uur met de auto op weg naar huis. Om 17.30 uur zijn we weer terug in Eindhoven.

een kop chocolademelk

2008, Ierland

IERLAND

Normaal gesproken gaan we pas in september op vakantie, maar met ons kindje :baby: in oktober op komst, leek ons dat niet zo praktisch.
De vakantie overslaan dan dit jaar??
Nee, ben je gek!
En daarom is het al zover! We gaan 8 dagen naar Ierland. We vliegen :flying: op Dublin, overnachten daar 2 nachten en gaan dan door op autorondreis door het Zuid Westen van Ierland. De rondreis eindigt in Cork, waar het vliegtuig ons weer terug naar Nederland zal brengen.
We overnachten in diverse onderkomens: een hotel, bed & breakfast, appartement en als hoogtepunt, een romantisch kasteel!
Onderweg hopen we weer van mooie wandelroutes te mogen genieten.

We kijken er erg naar uit: De tijd hebben voor elkaar en volop genieten van de zwangerschap!

Dag 1, Woensdag 18 juni
Vliegveld Dublin – hotel Dublin / 8 km

12300

Willen we een keer de bus naar het station nemen … staken de buschauffeurs nog steeds (althans, buiten de spits om)! Gelukkig kwamen we daar al eerder achter en zet mijn schoonvader ons bij het station van Eindhoven af.
Om 9.45 uur vertrekt de trein, met ons erin, naar Schiphol. Ik ben sinds twee dagen lid van de bibliotheek en heb bij het lenen van twee boeken twee kortingsbonnen van 40% voor de NS gekregen, waar we gelijk gebruik van maken. Het lidmaatschap van de biblotheek heb ik er voor dit jaar dus al bijna uitgehaald!
Om 11.16 uur komt de trein volgens planning netjes op Schiphol aan. Gelukkig dus geen vertraging zoals twee jaar geleden toen de trein ons vlak voor de Schipholtunnel in de steek liet en we ons vliegtuig naar Noorwegen misten … (zie elders op de site in de weblog over Noorwegen).
Op Schiphol drinken we eerst nog onze flesje drinken leeg, voordat de douane dat van ons af gaat pakken (je mag immers geen vloeistoffen het vliegtuig mee in nemen, want stel dat het een bom moet voorstellen …), waarna we met onze e-tickets op een pc probeerden in te checken. Vooral met de nadruk op proberen voor Ewout, want via zijn ticket lukt het niet :), maar ik heb meer geluk! Of gewoon een keer eenmalig meer pc-verstand dan hij :).
Dan gaan we door de douane en vervolgens de bagagecontrole check, althans dat denken we. Maar de bagagecontrole is verdwenen! Nou, ook makkelijk, dan niet! Mijn lege flesje achter de douane bij de wc’s dus weer gevuld met water. Alleen … als we uiteindelijk bij de gate aankomen, blijkt dat we daar douanecontrole hebben! Dus maar weer snel wat uit ons flesje gedronken en langs de wc gelopen, om het restant van de inhoud door de wasbak weg te spoelen. Lege flesje in de tas … toch eens proberen. En neeh, bij de controle wordt mijn lege flesje niet ingenomen! En uiteraard is er na de controle, voor je het vliegtuig in gaat, nog wel een wc te vinden, dus het flesje weer gevuld met water :). Zo doe je dat dus :).
Uiteindelijk gaat het vliegtuig 20 minuten later de lucht in dan gepland (14.50 uur ipv 14.30 uur), zetten we de klok een uur vooruit, en komen we om 15.20 uur in het regenachtige Dublin en met een helse oorpijn voor mij bij de daling, aan. Zodra het toestel de grond raakt is de oorpijn gelukkig weer over, de regen niet.
Vervolgens halen we onze huurauto, een Nissan Note – met airco climatronic! – bij Avis, op het vliegveld op.
Bij het oversteken, op weg naar de parkeerplaats waar de auto voor ons geparkeerd staat, maakt Ewout de snuggere opmerking dat ik beter eerst rechts kan kijken, dan links en dan weer rechts, ipv de gebruikelijk andersom :). Owja, we zijn in Ierland!

11678

Vervolgens loop ik, trots dat ik er bij de volgende oversteek al gelijk aan gewend ben, naar de bijrijdersstoel van onze huurauto … uh, niet dus. Die zit in Ierland aan de andere kant!
In de auto hebben we eerst de van mijn schoonouders geleende, navigatie uit de tas gehaald en aangezet. En dankzij die navigatie, waar we erg gelukkig en dankbaar gebruik van hebben gemaakt!, zodat Ewout zich alleen maar hoefde te concentreren op het links schakelen en links rijden, vinden we 8 kilometer verderop, gelukkig nog net buiten het erg hectische en drukke stadscentrum, ons hotel voor onze eerste twee overnachtingen: het Egans House, Dublin. Daar worden we gastvrij ontvangen met duidelijke uitleg. We worden geadviseerd om niet met de auto het drukke stadscentrum in te gaan, maar voor € 1,50 p.p. de bus te nemen of in ongeveer 25 minuten naar het centrum te wandelen. De route wordt voor ons op een plattegrond ingetekend. We nemen ons voor, bij goed weer, dat laatste morgen te doen en de hele stad te voet te gaan verkennen. We hebben inmiddels onze wandelschoenen niet voor niets bij ons! De auto mag dus morgen een dagje uitrusten!
Omdat het maar blijft regenen besluiten we om de avond met een goed boek in de lounge van het hotel, met het restant voedsel wat ik toch altijd teveel mee neem, door te brengen.
Daar treffen we een pc met gratis internet aan, dus een mooie gegelenheid om het thuisfront nog even van onze veilige aankomst op de hoogte te stellen en deze weblog bij te werken!

Dag 2, Donderdag 19 juni
De stad Dublin bezichtingen.

11683

Na een uitgebreid ontbijt gaan we om 9.45 uur te voet op pad, in het heerlijke ochtendzonnetje de stad Dublin verkennen.
Na een uur lopen komen we aan bij Het Phoenix Park, het grootste stadspark van Europa. Heerlijk die rust, in vergelijking tot de drukte en de hectiek van de stad zelf. In het park lopen we langs de Dublin Zoo naar het Visitor Center, midden op het park (om je een inschatting van de grootte van het park te geven: dit was ook weer een uur lopen). Daar bezoeken we het gratis Visitor Center met informatie over het bosleven van het park. Ook zien we er het Ashtown Castle en wandelen we door de kasteeltuin.
We rusten vervolgens in het zonnetje nog even lekker uit op de grote grasvelden rondom het kasteel, eten wat en gaan dan om 12.15 uur weer op pad over de groene heuvels met groepjes herten en door de bossen richting een andere uitgang van het park.
Dan lopen we weer de drukte en hectiek van het stadscentrum in naar ons volgende doel:
The Old Jameson Distellery. Om 14.15 uur begint de wiskey-toer: Een film over de history van John Jameson en zijn zoon, een rondleiding door wat vroeger de fabriek was met uitleg over de historie en bereidingswijze van de Ierse wiskey en tot slot een wiskey-proevery. Erg leuk en zeker de moeite waard!
Als we buiten komen blijkt dat de timing niet beter had gekunnen: de regen is tijdens onze toer met bakken uit de lucht komen vallen, maar we hebben geluk, het zonnetje schijnt alweer!
Via de St. Patrick’s Cathedral lopen we naar het grote, overdekte, shopping center van Dublin. Het ziet er waanzinnig mooi uit van binnen, maar het is er warm en bedompt, dus na een snel rondje lopen we weer lekker het zonnetje buiten in.
We lopen dwars door het shop gedeelte van het stadscentrum en komen aan de rand ervan uit bij het Trinity College Library: de universiteit van Dublin, prachtig gebouwen. Over de binnenplaatsen en de campus van de universiteit lopen we de stad uit richting de Dublin Bay. Het is inmiddels vijf uur en we beginnen aardig moe te worden van het gewandel en een uur later, ongeveer halverwege besluiten we een leuk uitziend Italiaans restaurant (Milano’s) binnen te gaan. Met een lekker stukje warm brood met knoflook vooraf en pizza in onze maag, hebben we weer energie voor het laatste stuk van de wandeling (een uur): terug naar het hotel, waar we om 20.15 uur aankomen en de vermoeide, maar hele leuke dag met goed weer! al lezend en vroeg slapend afsluiten.

Algemeen Dublin
Als voetganger moet je heel geduldig zijn bij het stoplicht. De stad is voornamelijk ingericht om de massa auto’s, bussen en taxi’s door te laten stromen. De meeste Ieren steken de straat over wanneer ze denken dat ze dat kunnen. Best lastig met 4 baans wegen (voor 1 richting!) midden in de stad!
Vooral de dubbeldek bussen, met de open bovenkant, vallen hier erg op. Rondom het shopping gedeelte van het stadscentrum zie je soms wel 20 van die bussen in de straat rijden.

Dag 3, Vrijdag 20 juni
Dublin (Oost-Ierland) – Westport (west-Ierland) / 283km.

11754

Na het ontbijt vertrekken we met de auto van het zonnige Dublin in Oost-Ierland naar het zonnige Westport in West-Ierland.
Na aankomst checken we in in The Helm appartementen. De indruk van het appartement is niet geweldig. Er lijkt schoongemaakt te zijn met pure chloir (het stinkt ontzettend), maar echt schoon kunnen we het niet noemen. Misschien komt dat omdat het wat oud is allemaal. Het appartement voldoet verder prima. Een bad/douche en een keuken met oven, magnetron, afwasmachine, wasmachine, kortom, alles erop en eraan.
Het appartement is een gerestaureerd pakhuis (evenals de andere hotels, restaurants en winkels), gelegen aan de baai en geeft een mooi uitzicht.
Het is nog steeds lekker zonnig, dus besluiten we om een wandeling door Westport te gaan maken.
We lopen via de bossen langs Westport House (een huis gebouwd in 1779 door James Wyatt, een van de beste architecten uit het Georgian tijdperk, met prachtige plafonds, verzameling meubels, zilver, glaswerk en schilderijen in de smaak van de markiezen van het district Sligro). Voor de kinderen is er een attractiepark.
Vervolgens lopen we via een bospaadje, dat niet op onze kaart staat, verder, in de hoop uiteindelijk in het stadje Westport uit te komen. Aan het einde van het bospaadje komen we uit in wat buitenwijken van Westport en al snel vinden we de weg naar het stadje.
Westport is een stad met karakter en allure, aangelegd door voornoemde James Wyatt voor de markies van district Sligro.
We doen er wat boodschappen voor het avondeten en lopen via een andere weg terug naar ons appartement.
Daar koken we onze maaltijd. Na het eten lopen we nog een eindje langs de baai en brengen we de rest van de avond al lezend door.

Dag 4, Zaterdag 21 juni
Westport – Keem -Westport / 140 km.

11810

Na het door ons zelf gemaakte ontbijt (in het appartement slapen we alleen op basis van logies) rijden we via de ‘Atlantic Drive’ door het bewolkte Achill Island naar het plaatsje Keem.
Achill Island, een onregelmatig, bergachtig brok land, is Ierlands grootste eiland.
Het dorpje Keem heeft een lang strand en uitzicht op de hoge Cliffs of Minaun. 5km na het dorp Keem parkeren we de auto aan een ongerept strand aan een diepe baai, waar we een mooie klifwandeling van 2 1/2 maken.
Eerst lopen we 200 meter steil omhoog naar een ruine van een uitkijktoren die op de top van Moyteoge Head staat. Deze uitkijktoren werd tijdens WO II gebouwd om de schepen voor de kust in de gaten te houden.
In het noordoosten zien we de kolossale Coraghaun met zijn spectaculaire kliffen en in het oosten de top van de Slivemore (672 meter). In zee zien we vanaf deze hoogte de vele eilandjes liggen die Ierland rijk is.
Vervolgens lopen we over een 1,5 km pad dat afwisselend daalt of stijgt naar de top van de Benmore (332 meter). We kijken neer op Achill Head, een smalle klif die op de rug van een dinosaurus lijkt en hebben wederom uitzicht op spectaculaire kliffen. Vervolgens lopen we via een andere route al dalend terug naar de baai van Keem. Daar lopen we nog even een stukje het strand op en rijden vervolgens weer terug naar The Helm appartementen in Westport.
Onderweg in Westport doen we weer boodschappen voor het avondeten en koken we in het appartement onze maaltijd.
Na het eten brengen we de avond al lezend door en kijken we regelmatig stukjes van de wedstrijd
Nederland – Rusland, die Nederland verliest.

Dag 5, Zondag 22 juni
Westport – Doolin / 250km

11869

Na het ontbijt stappen we weer in de auto, op weg naar Doolin.
Eerst rijden we rondom het Nationale Park Connemara.
In het dorpje Leenana hebben we een korte stop voor een mooi uitzicht.
Vervolgens stoppen we bij Kylemore Abby, een oorspronkelijk gotisch landhuis dat rond 1860 is gebouwd en inmiddels in gebruik is door Belgische nonnen die er een kostschool leiden. Rondom Kylemore Abby ligt een fraaie ommuurde tuin, Walled Garden.
Als we verder rijden komen we door het stadje Clifden, bekend om de Connemara Pony Show.
Onze volgende stop is bij het Aughhanue Castle, een typisch ‘Irish tower house’ gebouwd rond 1500, dat we van binnen bezichtigen. We zien de overblijfselen van een banketzaal en een uitkijktoren, een ongebruikelijk dubbel huis met bolwerken en een droge haven.
Via de stad Galway rijden we naar het volgende kasteel, namelijk Dunguaire Castle, gebouwd in 1520, dat we eveneens bezichtigen.
Vervolgens rijden we het district Burren in, waar we een bezoek brengen aan een park waar zowel roofvogels als grotten te zien zijn. We bekijken eerst de ‘birds of Pray’ en vervolgens gaan we onder begeleiding van een gids de ‘Aillwee Cave’ in. Een wandeltocht van 30 minuten door de grotten, een wirwar van gangen en holten die zijn ontstaan door de slijtende werking van regenwater op kalksteen. Er zijn stalactieten en stalagmieten, glinsterende veldspaatplaten, grote ruimten en een ondergrondse waterval.
Inmiddels is het al tegen 19.00 uur als we aankomen bij onze Bed & Breakfast Harbour View B&B in Doolin, dat er erg goed uit ziet. Onze kamer is sfeervol ingericht, heeft een fijn bed, is schoon en heeft een grote douche.
Nadat we onze spullen in de kamer hebben gezet, rijden we met de auto nog 6 kilometer verder om de Cliffs Of Moher te bekijken. Deze uit schalies en zandsteen gevormde natuurlijke borstwering torent 208 meter boven de Atlantische Oceaan uit. Indrukwekkend, maar erg jammer dat het zo’n toeristisch en commercieel gebeuren is. De kliffen die wij op dag 4 bij Keem, midden in de bergen, gezien hebben vonden wij indrukwekkender.
Dan rijden we terug en gaan het dorpje Doolin in, waar we eten bij O’Conners, een muziekpub.
Na het eten wandelen we vanuit het dorpje op en neer naar het strand en uiteindelijk zijn we tegen tien uur terug bij de Bed & Breakfast.

Dag 6, Maandag 23 juni
Doolin – Tralee / 200km

12015

Na een lekker ontbijt verlaten we Doolin en gaan op weg naar Tralee.
In de stad Limmerick bezichtigen we het King Johns Castle, gebouwd rond 1200. Binnen wordt de geschiedenis van het kasteel tot leven gebracht met behulp van bewegende beelden en interactieve opstellingen.
Vervolgens lopen we naar het St. Mary’s Cathedral, gebouwd in 1168 en ten slotte lopen we het centrum van Limmerick in en via een rondje weer terug naar de auto die bij het King Johns Castle geparkeerd staat.
Na een lange dag gisteren, besluiten we om niet nog meer mogelijke bezichtigingen en autoroutes te doen, maar rechtstreeks naar onze volgende overnachting het Ballyseede Castle in Tralee te rijden. Dat besluit blijkt erg goed! Het kasteel is schitterend, omgeven door een prachtige tuin. De hal van het kasteel en de lounge kamers zijn schitterend ingericht. Een medewerker brengt ons naar onze kamer … wow, die is al even mooi en romantisch als de rest van het kasteel. Een heerlijk groot bed, schitterend opgemaakt, mooie gordijnen, een lig(relax)bank, een grote badkamer met hele fijne douche en in een nog apart gedeelte, al kijkend de slaapkamer in, een bad op pootjes. Badjassen en pantoffels in de kast. Shampoo, badschuin, bodylotion, watten, showercapes, een naaisetje, noem maar op, allemaal in luxe verpakkingen, liggen voor ons klaar.
Het is helemaal super om onze laatste vakantie met z’n tweetjes op deze manier te mogen afsluiten.
Ik ga lekker in bad, we lezen wat en daarna gaan we in Tralee een hapje eten bij restaurant Allegro.
De rest van de avond brengen we al lezen door op onze mooi kasteelkamer.

Dag 7, Dinsdag 24 juni
Tralee – schiereiland Dingle Peninsula – Tralee / 180 km

12059

Na een nacht in het heerlijke kasteelbed en een heerlijke douche gaan we vol verwachting naar het ontbijt … en ook dat is formidabel! Er wordt toast gebracht en we krijgen een kaart waar we een warm ontbijtgerecht uit kunnen kiezen. Ewout kiest een geklutst ei en ik ga voor de ‘pancakes’ met verse aardbeien en warme stroop. Het wordt leuk opgediend en het smaakt voortreffelijk! Verder staan er alle andere ontbijtbenodigdheden, zoals beleg, yoghurt, diverse flakes, vers fruit en heerlijke gewelde pruimen. We smuller ervan en gaan goed gevuld met de auto, helaas door het sombere weer, op pad.
We rijden via een schitterende autoroute over de ‘Connor Pas’ naar het schiereiland Dingle, waar je dolfijn Fungie soms vanaf de kust kan zien springen in het water. Helaas is het weer te slecht (dichte, zware, bewolking) om op de pas te genieten van vergezichten en om de dolfijn te gaan bekijken.
Wel bezoeken we in Dingle Oceanworld met als hoogtepunt een enorm aquoarium met o.a. haaien en een reusachtige schildpad, die ik Fedde noem. Wat een leuk beest!
Vervolgens rijden we de fraaie autoroute ‘Slea Head Drive’, een kustweg die vanaf Dingle een rondje maakt. Na een paar bochten hebben we geluk. Aan de andere kant van de berg is het weer een stuk beter en kunnen we genieten van mooie uitzichten en af en toe zelfs een zonnetje! We stoppen regelmatig voor een foto en bij Dunquin lopen we naar een schitterend rotsachtig strand waar we even lekker uitwaaien.
Weer terug in Dingle rijden we naar het beroemste strand van Ierland bij het plaatsje Inch, waar we een strandwandeling maken en wat warms drinken bij een strandpaviljoen. Het weer is inmiddels weer wat wisselvallig en dreigend, maar de regen blijft gelukkig uit.
Terug in het kasteel gaan we weer lekker ontspannen in bad en ons klaarmaken voor het diner, in het kasteel. We sluiten onze vakantie goed af!

Menu
Vooraf van het huis
diverse stukjes brood met boter
mini-garnalencocktail

Ewout:
* babypeertjes in karamelsaus met danish blue kaas in een bedje van sla
* gebonden champignonsoep
* lamsvlees met een preistamppotje en gemengde salade
* appel-walnoten-crumble taartje met ijs
* koffie met mintchocolade

Menu Neeltje:
* meloen met fruitsalade en aardbeien (zowel meloen als fijngesneden fruit opgemaakt in hartjesvorm)
* sorbet van tropische vruchten met aarbeien saus
* eend in vanille en caramelsaus met gemengde salade
* crapes met vanilleijs en aardbei en banaan
* thee met minchocolade

De bediening deed erg zijn best maar kon niet helemaal tippen aan het niveau van de kok. Een minpuntje is het volgende.
Ik geef bij mijn bestelling duidelijk aan dat ik geen alcohol in mijn eten verwerkt wil hebben (ik kan niet inschatten of dat in een van de gerechten die ik besteld heb verwerkt is). Dat is geen probleem, in de gerechten zit geen alcohol, aldus de bediening.
Maar … in de mini garnalen cocktail die ze vervolgens brengen, zit wel alcohol! Dat hadden ze me op moeten merken, of ze hadden zelfs op eigen initatief dit gerechtje anders moeten verwerken.

Na het heerlijke diner genieten we van onze romantische kamer en gaan we onze laatste nacht in.

Dag 8, Woensdag 25 juni
Tralee – Cork / 124km

12238

Na wederom een voortreffelijk, heerlijk, ontbijt moeten we helaas onze spullen pakken en onze kamer verlaten. Wat hebben we genoten van deze luxe, romantische accomodatie!
Op het programma staat de bezichtigen van de stad Cork en het Blarney Castle, maar wij besluiten om rechstreeks naar het vliegveld van Cork te rijden. Onze ervaring is dat de afstanden iedere keer wat tegenvallen en we zijn liever ruim op tijd op het vliegveld.
Daar leveren we onze Nissan Note bij Aivs in en worden we door een Avis taxibusje voor de ingang van het vliegveld afgezet. Op het vliegveld brengen we onze tijd al lezend door.
Om 17.00 uur vertrekt dan ons vliegtuig van Cork en na het verzetten van de klok (in Nederland is het een uur later), landen we om 19.15 uur op Schiphol.
We stappen in de trein en komen om 22.00 uur op het station in Eindhoven aan, waar mijn schoonouders al staan te wachten om ons naar huis te brengen.

Algemeen
Een goed Iers gebruik: De kamers zijn allen voorzien van een waterkoker, oploskoffie en theezakjes.

Ieder historisch gebouw en natuur langs de autoroute wordt commercieel uitgebuit: entree betalen.

De wegen zijn krap, met dichte en hoge begroeiingen langs de weg. Wel mag je (bijna) overal 100 km/uur. Een boete voor te hard rijden loop je dus niet snel op in Ierland.
Bij een bocht staat er vaak ‘slow down’ gemeld. Maar een adviessnelheid, ho maar. Soms maak je zelfs mee dat op het bord ‘100’ staat en op de weg ‘dead slow’ staat gekalkt …

IJsland

Zaterdag 1 september, 22.15 u
Een half jaar geleden boekten we bij de IJslandspecialist (www.deijslandspecialist.nl) onze vakantie, en eindelijk is het bijna zover! Nog twee nachtjes slapen en dan gaan we naar IJsland!
We zijn al druk bezig om onze koffers te pakken. Goed nadenken over wat we meenemen. Het wordt een andere vakantie dan anders.
Uiteraard hopen we weer veel te gaan wandelen, maar we zullen ook veel tijd doorbrengen in de auto.
In IJsland is het kouder dan hier. De weersvoorspellingen geven gemiddeld een graad of 12 voor de komende dagen. Voor IJslandse begrippen is dat best warm, maar voor ons zal het even wennen worden. Bovendien waait het daar vaak hard. Onze korte broeken laten we maar thuis en onze winterjas gaat mee …
En IJsland is duur. Dit keer helaas geen half pension en we gaan ook zo min mogelijk gebruik maken van restaurants. Daar moeten we ook rekening mee houden, dus nemen we twee campingborden, bestek en een blikopener mee. We gaan zoveel mogelijk proberen om van supermarktvoedsel in leven te blijven.

Vluchtgegevens
maandag 3 september; vertrektijd AMS 14:00 u; aankomst KEF 15:10 u (in IJsland is het 2 uur vroeger dan in Nederland).
zondag 16 september; vertrektijd KEF 7:55 u; aankomst AMS 12:55 u.

Dag 1, maandag 3 september

4315

Keflavik Airport – Blue Lagoon – Hveragerdi / 170 km
Eindelijk is het dan zo ver! We gaan op vakantie naar IJsland!
Op Schiphol treffen we Gijs en Marleen, die een uur voor ons vertrek met het zelfde vliegtuig waarmee wij naar IJsland vliegen, uit IJsland aankomen. We krijgen nog een paar nuttige tips, een wandel-plattegrond van de omgeving Hverardi en kaartjes voor de Whale Watching van ze (omdat er op hun tocht geen walvissen te zien waren, mochten ze nog een keer gratis terugkomen).
Als we gaan boarden blijkt dat wij zitten naast de plaatsen waar Gijs en Marleen hebben gezeten. Geinig!
Om 14.00 uur vertrekt ons vliegtuig. We worden tijdens de vlucht door Icelandair netjes voorzien van voedsel en drinken.
Na aankomst op het vliegveld van Keflavik halen we bij Hertz onze huurauto, een witte Toyota Yaris, op. Bij controle blijkt dat ze een beschadiging aan de deur van de bestuderskant niet hebben aangetekend op onze papieren, dus gaan we daar nog even melding van maken. Een medewerker vertelt dat hij de betreffende deur vanochtend beschadigd heeft – door harde wind vloog die tegen een auto ernaast – en tekent dit nog aan op ons papier.
In de regen, mist en harde wind gaan we op weg naar DE toeristische trekpleister van IJsland, de Blue Lagoon. Dit is een in een lavaveld aangelegd verwarmd meer. Het water is heerlijk en het is ook speciaal om met kou en mist in de openlucht te zwemmen, omringd door bergen. Het regent niet meer.
Maar mooier nog is het water-gebied om de Blue Lagoon, een puur natuur, niet door de mensenhand aangelegd, prachtig blauw water.
Na een uur gebadderd te hebben, gaan we naar onze eerste overnachting in pension Frumskogar in Hveragerdi. We hebben een kleine kamer met prima bedden en een vriendelijke gastvrouw, die in een afgescheiden gedeelte van het huis woont.

Dag 2, dinsdag 4 september

4592

Golden circel tour / 207 km
Als we wakker worden gaat de wind nog hevig te keer, is het mistig en miezert het. Maar, na het ontbijt, wordt het droog en zelfs zonnig!
Op het programma staat een wandeltocht vanuit Hveragerdi naar Reykjadalur en Olkelduhals, maar we willen ook de ‘golden circel’ tour doen, namelijk Pingvellir, Geysir en Gullfoss. We besluiten om hiermee te beginnen en dan zien we wel hoeveel tijd we nog voor (een deel van) de tocht overhouden.
Via het Pingvallavatn, het grootste meer (83,7 km) van IJsland rijden we naar Pingvellir. Dit is sinds 1930 een nationaal park en opgenomen op de Werelderfgoedlijst van Unesco en toont de Midden-Atlantische rug. Het is de geologische grens tussen het Noord-Amerikaanse en het Europeese Continent. Het is inmiddels gaan regenen, maar toch maken we een wandeling, ook naar een waterval bij Pingvellir.
Vervolgens gaan we (in de zon, de regen is weer verdwenen) door naar Geysir. Dit is de bekendste springbron van de wereld. Vroeger spoot hij ieder half uur, later werd het eens in de paar weken, maar sinds twee grote aardbevingen in Zuidwest-IJsland in 2000 is hij weer enigszins tot leven gekomen en spuit hij 1 tot twee keer per dag. Helaas hebben we dit niet meegemaakt, maar wel hebben we een andere bekende geysir zien spuiten, de Strokkur. Deze spuit in tussenpozen van 4 tot 8 minuten een waterstraal van 10 tot 20 meter hoog!
Tenslotte rijden we door naar waterval Gullfoss, gelegen in een diepe kloof, waar het water in twee trappen, die haaks op elkaar staan, in ruim 32 meter naar beneden valt.
Rond vier uur komen we terug in Hveragerdi en gaan we alsnog de wandelroute naar Reykjadalur en Olkelduhals (hete bronnen) lopen. Via een jeepspoor lopen we naar het begin van het officiële wandelpad en vervolgens volgen we dat wandelpad langs een paar kleine kokende, stinkende modderpoeltjes en kleine watervallen. Uiteindelijk komen we bij een beek aan, die te diep is (iets boven enkelhoogte) om met schoenen aan over te steken. We hebben geen waterschoenen bij ons en op blote voeten willen we de oversteek niet riskeren. Omdat het toch al 17.30 uur is, is het niet erg om terug te keren naar de auto en naar Hveragerdi.
Daar zoeken we een restaurant op. We belanden bij Kjot & Kunst, een restaurant met traditioneel IJslandse gerechten. Voor maar ongeveer 16 euro krijgen we een heerlijk 3-gangen buffet met koffie en/of thee na. Dit restaurant gebruikt de stoom van hete bronnen in de directe omgeving. Ze zijn het enige ‘earth-cooking’ restaurant ter wereld.
Na het eten keren we terug naar ons pension Frumskogar in Hveragerdi.

Dag 3, woensdag 5 september

4717

Hveragerdi – Kirkjubaejarklaustrur / 250 km
Vandaag gaan we enkele watervallen en andere bezienswaardigheden aan. De wind is gaan liggen en het is bijna de hele dag droog.
Allereerst komen we bij de waterval Seljalandsfoss, een kleine, maar hoge waterval waar je achter langs kan lopen. We wandelen nog een pad in, maar al snel loopt dat pad dood.
Vervolgens rijden we door naar de waterval Skogafoss, die met een hoogte van 60 meter tot een van de grootste op IJsland behoort. Langs de waterval is een lang trap-pad omhoog de berg op. Als we boven komen miezert het, maar dat weerhoudt ons niet van een wandeling van ongeveer een uur richting Porsmork.
Dan gaan we op weg naar de gletsjertong Solheimajokull van de gletsjer Myrdalsjokull. Deze gletsjertong is te bereiken via een 5 km hobbelige weg, maar prima te berijden. Het laatste stuk (10 minuten) gaan we te voet en vervolgens maken we nog een kleine wandeling langs de rand van de gletsjertong. Erg imposant en indrukwekkend! Het is overigens inmiddels droog.
Er is een mogelijkheid om een stukje verderop een sneeuwscootertocht over de gletsjer te maken, maar daar wagen wij ons niet aan.
De vogelrotsen van Dyrholaey slaan we over, want de papegaaiduikers vliegen ongeveer half augustus uit en zullen naar alle waarschijnlijkheid dus al vertrokken zijn.
Wel hebben we een stop bij Reynisdrangar en maken we er wandeling langs het traditionele zwarte strand van IJsland. Er bevinden zich ook een aantal hoge rotspunten (66 meter) in zee en basaltzuilen aan de rand van het strand tegen de bergkant.
Vervolgens rijden we door naar het plaatsje Vik waar we boodschappen voor ons avondeten (broodmaaltijd en fruit) doen. We komen ook langs een fabriek die sokken produceert en deze erg goedkoop verkoopt.
Via de grote zandvlakte Myrdalssandur aan de voet van de gletsjer Myrdalsjokull en vervolgens door het lavaveld Eldhraun (ontstaan bij een vulkaanuitbarsting Laki in 1783) rijden we naar onze overnachting in boederij Geirland in Kirkjubaejarklaustur. Daar hebben we geluk. We hebben een kamer zonder faciliteiten geboekt, maar omdat de hotel-boederij niet is volgeboekt krijgen we de beschikking over een grote kamer met douche en toillet.
Nadat we onze koffers op onze kamer gedropped hebben, maken we nog een wandeling van ongeveer 1 ½ uur naar een waterval en naar Kirkjugolf (letterlijk: kerkvloer). Het is een groot aantal onder de grond gelegen basaltkolommen, waarvan een deel van de bovenzijde vrijwel gelijk ligt met het grondoppervlak, vroeger ontstaan en afgesleten door gletsjerijs en zeewater.
In het dorp staat een kerk die is vernoemd naar een predikant. Zijn mis van 20 juli 1783 werd bekend als vuurmis, omdat de lavastroom van de uitgebarsten Laki tijdens de dienst vlak voor het dorp tot stilstand kwam.
Twee boederijhonden wandelen met ons mee en brengen ons ook weer netjes tot de deur terug naar onze boerderij. Onderweg hebben ze veel plezier in het voor de lol bijeen drijven van de schapen in de weilanden langs de weg.
Na deze wandeltocht eten we ons brood en fruit en drinken we in de boerderij nog een kop koffie en thee.

Dag 4, donderdag 6 september

4839

Kirkjubaejarklaustur – Skaftafell / 80 km
Na het ontbijt gaan we weer op weg, door de miezer naar Dverghamrar, dat gekenmerkt wordt door typische basaltzuilen . Als we hier weer weg willen rijden, start de auto niet. Ewout belt naar Hertz, die hem vragen om de mat wat te verschuiven. En inderdaad, na verschuiving van de mat start de motor weer. Er blijkt een een of andere beveiliging op de Toyota Yaris gebouwd te zijn. Als de mat naar boven schuift, onder de pedalen, dan treedt er een beveiliging in werking en start dus de motor niet meer.
We maken nog een stop bij Nupsstaour. Een lieflijk klein, oud en inmiddels onbewoond boerendorpje met een schattig klein kapelletje waar we binnen kunnen. Er staan nog kerkbankjes en een oude piano. Om het kerkje ligt een kleine begraafplaats, waarbij ons opvalt dat de meeste graven uit de 19e eeuw zijn, maar het laaste graf uit 2004 is. Blijkbaar woonde er tot voor kort nog iemand in dit dorpje. Verder staat er nog een hele leuke oude, gekleurde jeep, die niet lang geleden nog gekeurd is.
Dan gaan we over een zwarte zandvlakte, die is ontstaan door grote overstromingen veroorzaakt door vulkaanuitbarstingen onder de gletsjer Vatnajokull en IJslands grootste brug, naar het Skaftaffel Nationaal Park. Aan het uiteinde van het park, bovenop een berg is onze overnachting, boerderij Bolti. Het ziet er oud uit. De deur gaat open, maar we zien of horen niemand binnen, dus gaan we eerst een bezoek brengen aan het park.
In het park maken we een wandeling van 3 uur. Inmiddels is het droog. We wandelen via waterval Svartifoss (een 20 meter hoge waterval met prachtige basaltformaties) naar het uitzichtspunt Sjornarnypa, Als we er aan komen is het nog wat bewolkt, maar Ewout merkt op dat de bewolking met een klein kwartier weggetrokken zal zijn, dus nemen we er onze lunch. En inderdaad, hij heeft gelijk! De bewolking trekt op en we hebben een schitterend uitzicht over de immens grote gletsjer Skaftaffelsjokull met onder aan de gletsjer een mini-ijsbergenmeer en aan de rand van de gletsjer rijzen groene bergen de lucht in. Het is waanzinnig mooi.
Bij de terugwandeling naar het informatiecentrum gaat zelfs de zon schijnen. Daar maken we gebruik van de pc en internet om het thuisfront te berichten over onze prachtige dagen.
Na deze break maken we nog een wandeling van 45 minuten naar de voet van de gletsjer, waar we zojuist over heen keken.
Dan gaan we wederom op naar Bolti. Er doet een oud, hoestend vrouwtje open. Het is de eigenaresse van Bolti en we worden vriendelijk door haar ontvangen. Bolti bestaat uit een woongedeelte voor haar en wat kleine kamers boven voor haar gasten (met een kleine waterkoker en gratis theezakjes). Verder zijn er nog wat kleine gebouwtjes met slaapzakaccomodaties en een eigen kookgelegenheid. Omdat we niet wisten dat er een kookgelegenheid was, konden we daar helaas geen gebruik van maken (we hadden er geen boodschappen voor gedaan) en deden we het nog een keer met een broodmaaltijd met fruit. Door de zon was de temperatuur aangenaam geworden en konden we deze maaltijd buiten aan de picknicktafel nuttigen, met uitzicht op het nationaal park, een zwarte zandvlakte en twee gletsjers, ‘the top of the world’!

Dag 5, vrijdag 7 september

4919

Skaftafell – Nesjahverfi / 135 km
De eigenaresse heeft een lekker ontbijt voor ons klaar gemaakt. Na het ontbijt vragen we haar nog naar de geschiedenis van boerderij Bolti. De boerderij heeft eerder beneden aan de berg gestaan, maar is toen door een vulkaanuitbarsting totaal vernield. In 1945 is de boerderij bovenop de berg herbouwd. In 1953 heeft de eigenaresse de boerderij gekocht en betrokken. Van de vulkaanuitbarsting in 1996 heeft Bolti geen last gehad, omdat zij daarvoor (uiteraard bewust) te hoog gebouwd was.
Dan vertrekken we en gaan we op weg naar het ijsbergenmeer Jokulsarlon aan de voet van de gletsjer Vatnajokull. Als we nog maar net onderweg zijn, zien we een liftster staan. We stoppen. Het blijkt een Groningse jonge vrouw te zijn, die in haar eentje per bus, liftend en te voet een paar dagen door Zuid IJsland trekt. Uiteraard nemen we haar mee naar het meer, dat ook haar gewenste bestemming is. Hoe dichter we bij het meer komen, hoe blauwer de lucht wordt! En het is schitterend! Wederom indrukwekkend! Het meer is maximaal 190 meter diep en ongeveer 15 km2 groot. Het ligt aan de voet van de gletsjer Breidamerkurkjokull. In het meer drijven ijsbergen rond, die in grootte, vorm en kleur sterk verschillen. De openingscene van de James Bondfilm ‘a view to kill’ is hier opgenomen.
Om 10.45 uur gaan we samen met de liftende dame en nog wat andere mensen met een amfibievoertuig het meer op. Het is een drie kwartier durende vaart tussen de ijsbergschotsen. Regelmatig zien we zeehonden in het water of op de ijsbergschotsen. Heel erg leuk! En ook koud trouwens, want op het meer waait het flink!
Na deze tocht nemen we afscheid van onze lifster, die weer een nieuwe lift probeert te zoeken en wij maken een wandeling van 3 uur rond een gedeelte van het ijsbergenmeer. Tijdens de wandeling zien we nog meer zeehonden.
Vervolgens rijden we door naar boerderij Arnanes in Hofn voor onze overnachting. Het is een hele nette boerderij, met een ruime kamer. In het warme zonnetje lezen we buiten op het terras een boek.
Daarna gaan we in Hofn op zoek naar een leuk restaurant en komen we terecht in restaurant Kaffi Nudit (ofzo) waar we voor 17 euro een lekker hoofdgerecht (beiden vis) eten. Hoezo is IJsland duur???

Dag 6, zaterdag 8 september

4993

Nesjahverfi – Hallormsstadur / 255 of 310 km
Bij het wakker worden staat de zon al hoog aan de hemel en is de lucht knalblauw! Geen wolkje aan de lucht! Vandaag staat er een lange fjordentoer in het Oosten van IJsland op het programma, dus komt die blauwe lucht voor mooie vergezichten goed uit.
Bij het vissersdorp Djupivogur stoppen we om het dorpje te bekijken en een wandeling van een uur over het bergje en de heuvels achter het dorp te maken. Even voor Stodvarfjordur komen we helaas in eens in een wolk terecht, die ook niet meer verdwijnt. Weg is de blauwe lucht! Helaas! Op de weg is nog voldoende zicht, maar we kunnen niet meer genieten van vergezichten over de zee en de fjorden.
In Faskrudsfjordur besluiten we af te wijken van de fjordenroute en de tunnel naar Reydarfjordur te nemen, zodat we een stuk afsnijden. Na de tunnel stoppen we bij een picknickplaats voor onze lunch, maar door de mist is het ook erg koud geworden, waardoor we alweer snel op weg gaan naar Egilsstadir. Hier doen we onze boodschappen en gaan we op zoek naar een internet cafe. Na wat rond lopen geven we het op en rijden we door naar Grai Hundurinn in Hallormstatur. Dit is een pension met mooie, nette en grote kamers. Voor de paar kamers zijn er 2 hele nette douches en 3 toiletten. Thee en koffie (espresso-automaat) is continue gratis verkrijgbaar. Daar droppen we onze koffers. In Hallormsstadur is IJslands grootste bos, waar we 2 uur wandelen, naar waterval Lambafoss en een uitzichtspunt. Het was even zoeken naar het pad, maar dat bleek uiteindelijk direct naast onze overnachting te beginnen. En dat terwijl wij onze auto juist naar een lager gedeelte hadden gereden! Dat was dus even omlopen!
Na de wandeling eten we weer een broodmaaltijd met fruit.

Dag 7, zondag 9 september

5019

Hallormsstadur – Dettifoss-Asbyrgy / 230 km
Het ontbijt is een zelf-service ontbijt, maar met erg lekkere broodjes (eerder kregen we meestal boterhammen, die we gelukkig wel konden roosteren in een broodrooster).
Na het ontbijt gaan we de auto weer in. Via een heuvelachtige hoogvlakte en lavavelden, waar de eerste astronauten voordat ze naar de maan vertrokken hebben geoefend, rijden we naar het Jokulsargljufur nationaal park. Daar zien we de 44 meter hoge waterval Dettifoss, waar we in de miezer een stukje wandelen.
2 km verderop bekijken we waterval Hafragilsfoss, waar we ook een klein stukje wandelen (het is inmiddels weer droog). Daarna rijden we door naar Asbyrgi (ook nog onderdeel van voormeld park). De dikke 50km hobbelige gravelweg was niet bepaald goed van kwaliteit. Ondertussen is de auto goed vies en zit de eerste lading steenslag in de lak. Vandaar dat Ewout de auto bij een benzinepomp met een soort van (uiteraard zachte) bezem goed afspoelt en nu ook weer door de achterruit kan kijken.
Vervolgens rijden we in Asbyrgi een 4 km lange hoefijzervormige rotskloof in met een klein, mooi bos, waar we vanaf de parkeerplaats een wandeling maken van 1 uur.
Geologen denken dat deze kloof is ontstaan doordat Asbyrgi tussen de 2000 en 5000 jaar geleden is uitgeslepen door vloedgolven als gevolg van vulkanische activiteit onder het noordelijk deel van de Vatnajokull van de Jokulsa rivier. Deze gletsjerrivier loopt inmiddels verder naar het oosten, maar zou aan het einde van de kloof, bij een meertje, waar we nog een heel klein waterstraaltje naar beneden zien komen eens een grote waterval hebben gevormd.
Na deze wandeling gaan we naar onze volgende accomodatie. Dat is pension Skulagardur in Kopasker. Dit is een groot, lelijk gebouw met onfrisse douches en met heel veel kamers. Duidelijk op grote groepen gericht. Het bed slaapt wel heerlijk. Het pension heeft een eigen kookgelegenheid waar we gebruik van maken. We maken macaroni met courgette en rode saus. En er is weer een speelse hond; altijd gezellig :).
Dag 8, maandag 10 september

5087

Asbyrgy – Husavik – Reykjadalur / 150 km
Na een karige ontbijt vertrekken we naar Husavik. Dit is een grote vissers- en handelsplaats.
We bezoeken er een leuk walvismuseum en gaan daarna op zoek naar een internetlocatie, die we vinden in de bibliotheek van Husavik, zodat we ons thuisfront weer op de hoogte kunnen stellen van ons verblijf hier.
Na het internet-uurtje lunchen we aan een picknicktafel.
Om 13.30 uur gaan we met een boot de baai in, Whale Watching! We konden hiervoor de gratis kaartjes van Gijs en Marleen gebruiken (zie dag 1). We hebben geluk. Het is bewolkt, maar droog en het waait nauwelijks. We krijgen een dik overal aan. We zitten op het voorste gedeelte, waar je door de vaart die de boot maakt, het meest in de wind zit en het natst wordt … en dat water is ijskoud! De ‘gids’ komt ons voorzien van een vreselijk lelijk oranje regencape. Al na ongeveer 20 minuten komen er orka’s in zicht! Heel geinig hoe zo’n boot, en ook een andere boot van een andere maatschappij, achter de dieren aangaat en wij maar schieten op de beesten … met onze fotocamera dan he!. Het blijken uiteindelijk 3 of 4 volwassen orka’s te zijn en 4 of 5 jonkies. Omdat ze niet allemaal tegelijk boven water komen is dit niet heel duidelijk te zien. Echt heel indrukwekkend om die beesten uit het water tevoorschijn te zien komen en weer in het water te zien verdwijnen. Schitterend! De boot vaart inmiddels heel erg rustig of ligt zelfs stil, dus van wind, nattigheid en dus kou is helemaal geen sprake meer. Af en toe komt er zelfs nog een zonnestraaltje bij!
Na anderhalf uur achter de beesten aangevaren te hebben besluiten ze om de boot even stil te leggen voor een kop chocolademelk en een lekkere koek om vervolgens terug te varen naar Husavik.
Het was een leuke boottocht waar we ontzettend van genoten hebben!
Na deze boottocht zijn we rechtstreeks naar boerderij Stong in Reykjahlid gereden.
Daar hebben we het 3 gangen diner genoten in de boerderij, bereid door de vrouw des huizes. We kregen aspergesoep, zalm, aardappelen, een salade van tomaat en komkommer en IJslandse yoghurt als toetje. Volgens de dochter van de vrouw des huizes was dit traditionele IJslandse yoghurt, maar wij vonden het niet anders smaken dan aardbeien yoghurt uit de supermarkt in Nederland! Oftewel: gewoon lekker!
De boerderij heeft een fijne relax ruimte (grote woonkamer) voor de gasten waar we nog even lezen alvorens we ons bed opzoeken.

Dag 9, dinsdag 11 september

5182

5280
5220

Reykjadalur – Myvatn – Reykjadalur / 100 km
Na het ontbijt gaan we weer op pad. We hoeven vandaag in totaal maar 100 km te rijden en hebben veel wandeltijd. Het blijkt ook een erg mooi gebied (rond het meer Myvatn) te zijn, we raken er niet uitgekeken! En we hebben ook nog goed weer. Veel zon!
Eerst gaan we naar Skutustadir, waar rondom een meer verschillende grote (meer dan 200 meter doorsnee) en kleine pseudo-kraters van ongeveer 2300 meter oud zijn. We wandelen er ¾ uur.
Vervolgens gaan we naar Hofdi, een klein schiereiland met een uitbundige flora en leuke doorkijkjes over het meer met zogenaamde ‘Klasar’. Dat zijn grilligelavaformaties in het meer. Hier wandelen we een ½ uur.
Dan gaan we naar Dimmuborgir. Dit park bestaat uit grillig gevormde lavarotsen met daartussen tal van kleine voetpaadjes en berkenboompjes. Net een doolhof. Dit lavaveld is 2000 jaar geleden ontstaan door uitbarstingen van diverse kraters in de buurt.
Het ‘doolhof’ is ontstaan doordat de lava een bijna 20 meter diep meer vormde dat al gedeeltelijk gestold was. Toen het lava plotseling wegstroomde ontstond er een doolhof.
Een erg leuk item in het park is het grote kijkgat. Als je hier door kijkt of loopt, kijk je naar de grote 2500 jaar oude, zwarte krater, genaamd Hverfell, die je kunt beklimmen, wat we dan ook doen. We wandelen 2 uur in dit park. Ook lopen we de zwarte krater omhoog. Wel steil en lastig met het losse zwarte zand! Maar erg leuk! Bovenaan blijkt dat je over de hele rand van de krater kunt lopen en we hebben een waanzinnig mooi uitzicht over het hele gebied waar we vandaag verblijven. Ook de stoom van de kokende modderpoelen, waar we later vandaag komen, zien we. Als we boven staan voelen we een paar regendrupjes, maar ook de zon schijnt … en daar verschijnt in de krater, een schitterende, duidelijke, regenboog! Heel mooi! De krater is 140 meter diep.
Onze boodschappen doen we in Reykjahlid en we lunchen daar aan een picknicktafel.
Dan gaan we naar Hverir dat ook wel Namaskaro Solfataren wordt genoemd (= kokende modderbronnen), die aan de voet van een berghelling ligt. Op een diepte van 1000 meter zijn de temperaturen hier 200C! Heel indrukwekkend om die borrelende modderpoelen te zien! Het stinkt wel ontzettend! Echt ranzig gewoon! Met af en toe dichtgeknepen neus maken we nog een wandeling van een uur over de berghelling, waar op sommige plaatsen ook nog kleine modderpoelen zijn of rook uit de grond komt.
Dan gaan we naar het Krafla gebied waar Ewout al de hele dag naar uit kijkt. Dit gebied is van 1975 tot en met 1984 vulkanisch actief geweest. In die periode zijn er 9 vulkaanuitbarstingen geweest en diverse aardbevingen. Over dit solfatarenveld maken we een wandeling van 1 ½ uur. Het is heel indrukwekkend om over de zwarte lava te wandelen! Op verschillende plaatsen komt er rook uit de grond en voelt de lava warm aan.
Tot slot rijden we nog naar de krater Viti, maar omdat het inmiddels al 18.30 uur is besluiten we geen wandeling meer te maken over de rand van deze krater, maar terug te gaan naar ons onderkomen, boerderij Stong in Reykjahlid.
Gisteren hebben we gebruik gemaakt van een diner in de boerderij, vandaag maken we gebruik van de eigen kookgelegenheid en maken we met de restanten van de vorige keer nogmaals macaroni, maar dit keer met tonijn erbij.
Het was een indrukwekkende dag!!!

Dag 10, woensdag 12 september

4357

Reykjahlur – Akureyri – Laugarbakki / 295 km
Na het ontbijt vertrekken we in de regen en harde wind.
We hebben een stop bij waterval Godafoss. Deze waterval heeft zijn naam te danken aan het feit dat een hoofdboer en wetspreker na thuiskomst van de jaarlijkse vergadering in het jaar 1000, waarin was besloten het christelijk geloof aan te nemen, de afgodsbeelden uit zijn tempel in het water gooide.
Vervolgens rijden we door naar de stad Akureyri. We bekijken er de kerk, gebouwd in 1940, met IJslands grootste kerkorgel. We lopen nog even door het stadje en nemen dan plaats in een leuke koffieroom om een koffie en chocolademelk met wat lekkers erbij te drinken en te eten.
Vervolgens bereiken we via een ongeveer 8 km lang gravelpad Borgarvirki, een rotspartij met 10 tot 15 meter hoge basaltzuilen. Op de top (177 meter) bevindt zich een mooie inzinking, die naar het oosten toe open is, maar met een muur is afgesloten. Hierdoor ontstond een soort fjord. In de muur bevinden zich een doorgang en , volgens het informatiemateriaal, de resten van twee woningen en een bron. Maar deze hebben wij niet kunnen ontdekken! Dan moet je wel hele levendige fantasie hebben! Hoe Borgarvirki ontstaan is, is een raadsel.
Tenslotte komen we aan bij onze volgende overnachting. De luxe boerderij Gauksmyri in Hvammstangi! Er is zelfs een pc met gratis internet beschikbaar voor de gasten!
We maken gebruik van het diner in de boerderij. We krijgen rijst en/of aardappels met een of ander onherkenbaar vlees (lijkt nep) en een groente-saladebar. Het nagerecht bestaat voor Ewout uit een rabarbertaartje en voor mij uit chocoladecake met bananenroom.

Dag 11, donderdag 13 september

4410

Laugarbakki – Stykkisholmur – Grundarfjordur / 210 km
De dag begint wederom met regen en de nog steeds aanhoudende harde wind.
Als we na het ontbijt met de auto verder trekken houdt het al snel op met regenen en komt op een gegeven moment zelfs de zon te voorschijn!
Een groot deel van de weg gaat over een hobbelig gravelpad, maar dat is wederom prima te berijden. De auto wordt er weer niet mooier op…
Bij Alftafjordur (= zwanenfjord), zien we dat deze fjord niet voor niets deze naam draagt. We zien vele zwanen aan de baai en in de lucht.
In Stykkisholmur (een handels- en vissersplaats) doen we boodschappen bij de Bonus (de goedkoopste supermarktketen van IJsland, er zijn ook Euroshop producten verkrijgbaar). Een verschrikkelijke winkel. Ze hebben niet eens lekker vers brood! We besluiten om door te rijden naar onze overnachtsingsplaats, Grundarfjordur, in de hoop dat daar een betere supermarkt is … dat kunnen we daar dus niet vinden! Dan maar brood kopen bij de benzinepomp-winkel. Het ziet er niet lekker uit, maar we moeten iets!
Na het droppen van onze bagage in boerderij Sudur Bar, maken we een wandeling van 1 ½ uur in de bergen achter de accomodatie. De zon schijnt wel, maar het waait nog altijd erg hard, waardoor het ons niet verstandig lijkt om naar de top door te lopen. Ruim halverwege keren we terug naar de boerderij. Daar hebben we ons brood opgegeten.
Ook deze boerderij blijkt voor de gasten de beschikking te hebben van een pc en gratis internet.

Dag 12, vrijdag 14 september

4463

Grundarfjordur – Borgarf Jordur – Reykjavik / 365 – 380 km
De wind is gaan liggen en de zon schijnt volop!
Na het ontbijt gaan we met de auto op weg.
In het plaatsje Olvasvik rijden we langs een mooie moderne kerk.
Daarna rijden we met de auto de krater Berudalur in. Heel speciaal.
Bij Djupalonssandur maken we nog een stop voor een korte wandeling langs een schitterend zwart strand met mooie rotsen.
De volgende stop is in het dorpje Arnastapi met een piepklein haventje, waar we ook een wandeling maken, langs de kust. Er staan prachtige basaltformaties in de zee, langs de kust, waar zich vele vogels in nestelen. Het is er heerlijk rustig met alleen het geluid van het klotsen van het zeewater tegen de rotsen en het geluid van de vogels. Echt een paradijsje! Hier hadden we wel een hele dag kunnen doorbrengen, maar helaas staan er juist vandaag veel kilometers met de auto op het programma.
Ook in het plaatjse Budir stoppen we. Het is een voormalige ankerplaats en handelsnederzetting, maar nu staan er alleen nog een kerkje en een hotel. We lopen naar het kerkje, maar helaas is het gesloten en kunnen we alleen door het raam naar binnen kijken.
Bij Gerduberg (een boederij) maken we een stop om IJslandse langste rij basaltzuilen te bezichtigen.
In Deildartunguhver zien we de grootste hete bron van IJsland en de wereld. Hij levert 180 liter kokend heet water (97C) per seconde! In de buurt staat nog een leuk karretje met zakjes tomaten en wortelen, die je voor 100 IJslandse kronen kan meenemen. Helaas hebben we niet genoeg klein geld op zak hiervoor, dus laten we het liggen.
Vervolgens gaan we door naar de watervallen Hraunfossar en Barnafoss. Over een afstand van 1 km stroomt een rivier over een niet-waterdoorlatende laag onder het lavaveld, die in de vorm van diverse watervalletjes (Hraunfossar) uit de lava te voorschijn komt en in een onderliggende rivier terecht komt. Heel indrukwekkend! De Barnafoss is een ‘normale’ waterval.
We maken nog een stop in het plaatsje Reykholt, maar behalve een kerk is er weinig te zien en te beleven.
We eindigen de dag in Reykjavik. Jemig, wat een drukte vergeleken met de rest van IJsland! Maar nog niets vergeleken met de drukte op de weg in Nederland! Hoewel we midden in de spits ons in het centrum begeven, kunnen we prima doorrijden. We droppen onze spullen in Guesthouse Alba, 20 minuten van het centrum, met kleine kamers, maar een mooie, grote zitkamer en grote schone douches en een vriendelijke gastvrouw.
Vervolgens gaan we te voet de stad in. We lopen langs de Hallgrims-kerk. Basaltkolommen vormen de belangrijkste inspiratiebron voor het ontwerp van deze kerk. De bouw heeft 40 jaar geduurd (1945 – 1988). Vanaf de 73 meter hoge toren schijnt een mooi uitzicht over Reykjavik te zijn, maar helaas is de kerk gesloten. De kerk bezit een Nederlands carillon. Voor de kerk staat een standbeeld van Leif Eriksson, die rond 1000 na Christus als eerste Europeaan voet aan land in Amerika zette.
Daarna gaan we op zoek naar een eenvoudig erg IJslands-aandoend restaurant, waar we een lekker hoofdgerecht eten (Ewout een hamburger met fietjes en ik een vispuree met rucola op zoet roggebrood).
Na het eten wandelen we terug naar ons pension.

Dag 13, zaterdag 15 september

4543
Bij het heerlijke ontbijt (eindelijk weer harde broodjes en croissantjes) ontmoeten we alweer een Nederlandse, een vrouw uit Nuenen!, die in haar eentje 9 dagen op vakantie is in Reykjavik. Ze vertrekt ook morgen en we spreken af dat ze morgen met ons naar het vliegveld rijdt, zodat ze niet in alle vroegte de bus hoeft te nemen.
Omdat we niet zo van een stad houden, staat vandaag de beklimming van de Esja, een 914 meter hoog bergmassief, vlak achter de stad, op het programma. Maar helaas is het weer slecht. Dikke bewolking en regen. Onze informatie adviseert om bij mistig en regenachtig weer beslist niet de berg op te gaan en dus houden we ons daaraan. Dat wordt dan toch een dagje stad …
We gaan direct vanaf het pension te voet naar het Perlan (de parel). Dit gebouw bestaat uit 6 watertanks op een heuvel, waarop een 14 meter hoge glazen koepel is gebouwd. De koepel bestaat uit 1176 glaselementen. Onder de koepel bevinden zich een cafetaria (6e verdieping) en een panoramisch restaurant (7e verdieping). Vanaf de 6e verdieping is er een toegang op de balustrade, waar we een rondje om de perlan lopen en zo de hele stad kunnen overzien. Jammer van de dikke bewolking! We kijken nog hoe duur het eten in het restaurant is, want dat zou wel een mooie afsluiting van onze vakantie in IJsland zijn vanavond, maar de prijs ligt, zoals verwacht, voor ons te hoog (ongeveer 50 euro voor een hoofdgerecht). Jammer, want het restaurant draait in 2 uur helemaal rond.
Vervolgens lopen we via de ‘nep’geiser Strokkur, door een bos en een enorm groot kerkhof, naar het overdekte winkelcentrum Kringlan. Daar doen we boodschappen voor de lunch in een supermarkt en drinken we een lekkere koffie en chocolademelk. Dan lopen we door via een 4-punts kerk naar het Hofdi-huis. Hier heeft de top-ontmoeting tussen de Amerikaanse president Ronald Regan en de Sovjetrussische partijleider Michael Gorbatsjov plaatsgevonden in 1986, die het einde van de koude oorlog inluidde. Het regent inmiddels behoorlijk en we besluiten terug te lopen naar ons pension. In totaal hebben we dan al 3 ½ uur gelopen.
In het pension lunchen we en gaan dan met de auto naar het Nationaal Museum. In 1944, meteen na de onafhankelijkheid werd besloten tot het oprichten van dit museum, als tastbaar bewijs van de zelfstandigheid. We zien diverse fraaie collecties variërend van gebruiksvoorwerpen uit de vikingtijd tot klederdrachten en beeldende kunst.
Naast het Nationaal Museum bevindt zich de universeiteit van Reykjavik. Voor de universiteit staat een mooi beeld dat een geleerde uit Oddi voorstelt, op een zeehond. Dit heeft met een oud volksverhaal te maken.
We hadden graag nog het Reykjavik Electrical Museum bezocht, maar helaas is dat op zaterdag gesloten.
We rijden door naar de stad en parkeren bij de Hallgrims-kerk onze auto. Gisteren hebben we in de stad al een leuk als boerderij uitziend restaurant gezien. Daar gaan we deze avond onze vakantie afsluiten. We krijgen stokbrood met boter en een tomatentapenade van het huis. Ook krijgen we een delicatesse van het huis, een stukje gemarineerd walvisvlees! Sinds we in Husavik zijn geweest, ben ik al erg benieuwd hoe dat zal smaken! Dus dat is een hele verrassing! En het is erg lekker! Vervolgens eten we een lekkere aspergesoep en een heerlijke vis als hoofdgerecht. We besluiten de maaltijd met koffie en thee en gaan na deze heerlijke afsluiting terug naar de auto en terug naar ons pension.
Daar kletsen we nog wat met een Nederlandse man – het moet niet gekker worden, hij komt uit Gerwen – wiens zoon in Reykjavik stage loopt in een grote hotelketen. Hij is er met zijn andere zoon een paar dagen om hem op te zoeken. Eerder dit jaar, in juni, is hij met zijn vrouw al naar IJsland geweest en 33 jaar geleden heeft hij met een stel vrienden door heel IJsland rondgetoerd. Toen was alleen de weg van het vliegveld Keflavik naar Reykjavik bestraat! En Reykjavik is veel en veel groter geworden. IJsland is uiteraard veel toeristischer geworden sinds die tijd.
Een jongen die net heeft in gechecked bij de gastvrouw, vraagt haar om scheerschuim, omdat de douane die op het vliegveld heeft ingenomen. Ewout reageert, in het Engels, dat hij zijn scheerschuim wel kan lenen. Samen lopen ze al babbelend in het Engels naar onze kamer en als Ewout daar het scheerschuim pakt, ziet de jongen een Nederlands boek liggen! Haha, hij is ook een Nederlander! Dat spreekt toch weer makkelijker he :). Maar het stikt dus van de Nederlanders in het pension!.

Dag 14, zondag 16 september

4569

Reykjavik – Keflavik airport / 55 km
Om 4.10 uur gaat de wekker. Samen met de Nuenense vrouw gaan we even na 5.00 uur op weg naar het vliegveld, waar we onze auto na 2494 km bij Hertz inleveren en gaan inchecken. We drinken nog wat op het vliegveld en gaan boarden. Zoals gepland vertrekt het vliegtuig om 7.55 uur naar Nederland. Als we op Schiphol de trein naar Eindhoven nemen, lijkt het net alsof we uit een droom stappen. Heel raar. Helaas, de vakantie zit erop, maar is geweldig geweest! Heel indrukwekkend en onvergetelijk. Een hele mooie herinnering.
We hopen dat we samen, in goede gezondheid, over 25 jaar, opnieuw deze reis mee mogen maken. De verwachting is dat IJsland de komende jaren nog veel toeristischer zal worden, we zijn benieuwd hoe het er dan uitziet! …

 

Algemeen over IJsland
– Er lopen regelmatig schapen midden op de weg.
We hebben een aantal keer meegemaakt dat we even moesten wachten tot de schapen er genoeg van hadden om midden op de weg de automobilisten op te houden en naar een wei liepen. Wel een leuk gezicht! Het is trouwens niet aan te raden om een schaap aan te rijden. Volgens onze informatie komen de kosten van het schaap voor je eigen rekening.
– Ieder tankstation is uitgerust met een systeem waarbij je met je creditcard betaalt aan de pomp. Er komt geen mens aan de pas. Je geeft aan voor welk bedrag je ongeveer wil tanken (gok iets meer dan je daadwerkelijk nodig hebt), gooit de tank vol en vervolgens komt er keurig netjes een bonnetje uit met het aantal liter dat getankt is en de kosten. Als je aangeeft dat je voor bijvoorbeeld 3000 IJslandse kronen wil tanken, maar de tank is al vol bij 1.750 IJslandse kronen, betaal je uiteraard maar 1.750- Benzinepompen zijn uitgerust met een bezem met zachte borstel waar een flinke straal water uitkomt, waar je je auto gratis mee kan afspoelen. Ideaal voor na de ritjes over zanderige wegen, als de auto er niet meer uit ziet! Wij hebben er zelf 3 keer gebruik van gemaakt.
– Bezienswaardigheden zijn uitgerust met keurige nette toilethuisjes, met voldoende wcpapier. Wie die vaak afgelegen toiletten bijhoudt, weten we niet, maar het wordt wel gedaan! Geweldig; en dan te bedenken dat je in Nederland zelfs in winkelcentra goed moet zoeken naar een wc. Die is dan doorgaans viezer en je moet er nog voor betalen ook!
– In IJsland is het de gewoonte om gratis water te schenken bij het eten.
– Het water uit de kraan is heerlijk! (Alleen soms een tikje zwavelachtig :P)
– In IJsland is het de gewoonte dat je voor 1 bakje koffie of thee betaald, maar je voor hetzelfde geld net zoveel mag bijhalen als je zelf wilt. Dat is voor velen genieten!
– En het stikt er van de Nederlandse toeristen! Voornamelijk jonge stellen, jonge alleenreizenden, of bejaarde echtparen.
– Het valt ontzettend mee met ‘dat dure IJsland’. Alleen in de hoofdstad betaal je de hoofdprijs, maar in de rest van het land kun je heerlijke lokale gerechten eten voor een vriendenprijs.

Tot slot
Als je van de natuur houdt,… ga op vakantie naar IJsland! Ook vanuit Reykjavik kun je al hele leuke dagtochten maken, maar ga, als je de mogelijkheid hebt, het hele eiland rond. Het is zeker de moeite waard! Als je wat meer geld te besteden hebt en niet terugschrikt voor het doorrijden van watertjes, dan schijnt het ook erg leuk te zijn om een 4WD-auto te huren en het binnenland in te trekken (dat kan niet met een ‘normale’ auto). Verder is het ook mogelijk om mooie meerdaagse wandeltochten te maken in het binnenland van IJsland.

Wil je ons fotoalbum zien en/of over IJsland babbelen, omdat je denkt dat het wellicht een leuke vakantiebestemming voor je is, dan ben je van harte welkom!

Zwitserland

zaterdag 27 augustus tot en met dinsdag 6 september
Deze vakantie bestaat uit twee delen.
De eerste drie dagen verblijven we bij Caleb Cooke in Sirnach. Caleb is een oud-huisgenoot van Ewout. Samen (met nog anderen) hebben ze hun studententijd op ‘Carpe Noctem’ aan de Echternachlaan te Eindhoven doorgebracht. Caleb woont inmiddels al een jaar in Sirnach en werkt er als fysiotheurapeut.
De laatste 8 dagen doen we een wandelvakantie met bagagevervoer via de Anwb in de bergen van Berner Oberland.

In de week voor ons vertrek horen we verontruste berichten vanuit Zwitserland. Door de vele regen zijn er hevige overstromingen en vlak voor ons vertrek zijn zelfs verschillende wegen niet toegankelijk. Ook de weg van Interlaken naar Kandersteg, waar we op dag 4 van onze vakantie naar toe rijden. We horen ook dat veel bergpaden in het gebied waar we onze wandelingen zullen hebben, zijn weggespoeld en niet toegankelijk zijn…

2615Dag 1, zaterdag 27 augustus
We vertrekken om 11.00 uur van huis en rijden via Koblenz en Stuttgart naar Konstanz (Zuid-Duitsland), waar we tegen 19.00 uur aankomen. We zijn iets te vroeg en wachten op de afgesproken parkeerplaats op Caleb, die die dag in Kostanz een ruby-feest heeft. En we hebben geluk, het zonnetje schijnt en de temperatuur gaat flink omhoog! Volgens de weersvoorspellingen blijft het weer de komende tijd zo en is de vele regen verleden tijd!
Samen met Caleb wandelen we door Konstanz, de plaats, waar zijn vriendin woont. Helaas hebben we niet met haar kunnen kennismaken, omdat ze tijdelijk in Zuid-Afrika verblijft.
Konstanz is een leuke plaats, grenzend aan de Bodensee. Dit meer is omgeven door drie landen: Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. We vinden plek op een terras van een gezellig restaurant en eten er een lekkere avondmaaltijd.
Na deze stop rijdt Caleb met ons mee naar Sirnach, de plaats waar hij woont en werkt.

2704Dag 2, zondag 28 augustus
Caleb neemt ons vandaag mee naar de grootste watervallen van Europa in Schaffhausen, 45 km vanaf Sirnach.
Het ziet er indrukwekkend uit.
Daarna rijden we door naar een typisch Zwitsers stadje ‘Stein am Rhein’, uiteraard gelegen aan de Rijn.
Daar hebben we lekker aan het water en op het gras gerelaxed.
Via de hoogste berg (heuvel) in de omgeving van Sirnach zijn we weer teruggereden naar Sirnach, waar Caleb een lekkere pasta maaltijd voor ons maakt.
Na het eten hebben Ewout en ik ons onspannen in de sauna van zijn appartement (het is in Zwitserland heel normaal om een sauna te hebben).

2899Dag 3, maandag 29 augustus
Duur: 7 uur
Het weekend is voorbij en Caleb moet weer aan het werk.
Ewout en ik trekken er vandaag met z’n tweeen op uit. Op advies van Caleb rijden we naar Alt St. Johann, ongeveer een uur rijden vanaf Sirnach. Het is een plaatsje omgeven door hoge bergen.
We besluiten om met de kabelbaan omhoog te gaan de Sellamatt (1390m) op en dan vervolgens een route te gaan wandelen met weinig hoogte verschil (de hohenweg). Maar als we de kabelbaan uitstappen en een beter zicht op de hoge bergen hebben, kriebelt het toch wel heel erg om maar gelijk een stevige bergwandeltocht te maken en de top te halen. Dus gaan we, met een kaart bij de hand, op weg naar de Hinterrugg (2306 m).
Al snel blijkt dat we een erg pittige tocht hebben uitgekozen. Het is inmiddels heet (30 graden) en de klim is steil en lang. Maar eenmaal boven is het prachtig! So, wat een uitzicht over de Walensee! We rusten er even lekker uit in het zonnetje en beginnen vervolgens aan de weg terug (een andere dan de heenweg) naar Sellamat, wat ook weer een steile, lange afdaling is. In Sellamat hebben we geluk, we zijn net op tijd om nog de kabelbaan naar Alt St Johan te nemen. Het is nl tegen zes uur en dan sluit de kabelbaan. Dan zouden we hebben moeten lopen, en dat hebben we inmiddels wel genoeg gedaan voor vandaag!
Vervolgens gaan we met de auto terug naar Sirnach, naar Caleb.

3006Dag 4, dinsdag 30 augustus
We nemen afscheid van Caleb als hij naar zijn werk gaat. Wij pakken onze spullen en trekken de deur achter ons dicht. De sleutel gooien we door de brievenbus naar binnen en we vertrekken om 11.00 uur met onze auto naar onze volgende overnachting in Kandersteg, hotel Alfa Soleil. Inmiddels zijn alle wegen weer vrij gegeven en we zien nauwelijks iets meer van het vele water dat de week ervoor naar beneden is komen vallen in dit gebied. We komen om 13.30 uur aan in Kandersteg. We verkennen het dorp te voet. Vervolgens krijgen we bij ons hotel, samen met een ander Nederlands stel dat gelijktijdig met ons het wandelprogramma heeft geboekt, van een hotelmedewerker namens de Anwb ons wandelprogramma met wandelkaart van de omgeving uitgereikt. Dan gaan we eten. We blijken keus te hebben uit 2 4-gangen diners. Het eten is er erg goed, op culinair niveau bereid:
* Ei von Ryter’s Huhnerhof ‘Russische Art’
* Blumenkohl – Cremesuppchen mit Schnittlauch aus dem Garten
* Frische Leberchen von Kandersteger Kalb nach Emmentaler Art auf saurtierten Chicorees-Salaten, mariniert mit
Balsamico und Ferrano-Olivenol begeleitet von Griess-Galetten nach Grossmutter’s Art
* Delikates ‘reinettes’ Apfel Duet
Het hotel zelf is ook niet mis. We hebben de beschikking over een verwarmd zwembad met jetstream, een sauna, solarium en fitnesszaal.

3038Dag 5, woensdag 31 augustus
Duur: 6 uur
Vandaag doen we een bergrondwandeling Oeschinesee – Heuberg – Biberg.
De route is in te korten door de stoeltjeslift naar Oeschinensee te nemen, maar wij kiezen voor de wandeling van een uur naar de Oeschinensee. Dit is een leuke wandeling door het beboste berggebied. De Oeschinensee is een idylisch meer, omgeven door hoge bergen, die steil uit het meer omhoog rijzen. Aan de ‘see’ liggen een paar relaxte Zwitserse koeien te genieten van de zon en ik ga er tussen zitten voor een foto.
We lopen verder langs het meer op weg naar de Bluemlisalphutte. We komen door een bos waar creatievelingen in de boomstammen schitterende figuren hebben gemaakt. Dit gebeuren heet KIK (= Kultur in Kandersteg).
Onderweg stijgt het pad en is er een prachtig uitzicht op de omliggende bergen en de Oeschinensee, die inmiddels in de diepte ligt. Uiteindelijk daalt het pad weer en komen we via een andere weg terug bij de Oeschinensee, waar we even uitrusten en vervolgens aan de afdaling (andere weg dan de heenweg) terug naar Kandersteg beginnen. Weer nemen we dus niet de kabelbaan. Onderweg hebben we een mooi uitzicht over Kandersteg.
terug in het hotel krijgen we weer een heerlijk menu voorgeschoteld:
* Kasekrapfen gefullt mit Alpkase und Gruyere auf Erbsen-Creme (= kaassoesjes, gevuld met erwten creme)
* Parmentier- Kartoffelsuppchen mit Origano aus dem Garten
* Schweizer Hahnchen-Duett a la diable auf delikatem Gurken (= komkommer)-Ragout im Reis (= rijst)-Ring mit
goldenen Kernen
* Caramel Parfait mit Korkant Nussen.

3124Dag 6, donderdag 1 september
Duur: 5 uur
Vandaag doen we een van de bekendse wandelingen in Zwitserland, over de Gemmipas.
We nemen vanuit Kandersteg de kabelbaan naar Sunnbuel (1920 m). Daar begint onze wandeling. Via hotel Swarenbach (2060 m) lopen we langs de Dabensee (2260 m) en eindigen vervolgens op pashoogte (2314 m). Hier hebben we mooi uitzicht op de Walliser Alpen en het plaatsje Leukerbad. Om eerlijk te zijn valt deze bekende wandeling erg tegen. De paden zijn breed en het is wel erg toeristisch. We lopen terug naar Sunnbuel en nemen daar de kabelbaan terug naar Kandersteg.
‘s-Avonds kunnen we in ons hotel weer genieten van een heerlijk ‘gastronomique’ diner, dit keer zelfs 5-gangen!:
* Mousse von geraucherter Blausee-Forelle auf Fenchel-Carpaccio besprenkelt mit Anis-Jus und weissen und schwarzen
Perlen
* Kurbis Suppchen mit Sabayon ( = wijn) verfeinert mit Curry, Kernen unt Sprossen
* Ravioli-Duett mit Steinpilzen und pleurottes-Pilzen aus unseren Waldern mit Krautern
* Scheiben von Kandersteger Kalbsnuss auf Zucchini (= courgette)-carpaccio mit Tomaten und zweierlei Krauter-Pistou
(=pesto) begleitet von einem kleinen Tortchen aus neuen Kartoffeln
* Triffle-Kelch mit einheimischen roten Johannisbeeren (= rode bessen)

3162

Dag 7, vrijdag 2 september
Duur: 6 uur

Een laatste ontbijt in hotel Alfa Soleil en dan pakken we onze koffers op een dagrugzak voor ieder van ons na. De koffers geven we af bij de receptie van het hotel. Zij zorgen ervoor dat de koffers per trein naar ons volgende overnachtingadres worden gebracht.
Wij gaan te voet naar het Lotschental via de Lotschenpas. Dit is de oudste verbinding tussen het Berner Oberland en het Lotschental. We korten de wandeling met 2,5 uur in door de bus te nemen naar Selden in het Gasteretal.
In Selden steken we via een gammele hangbrug de bergbeek, de Kander, over en lopen we over een steil pad naar het berghotelletje Gfellalp (2403 m), waar het alpine gedeelte over de Lotschgletsjer begint. Een ongelooflijke ervaring. De zon brandt op ons, we hebben het warm en toch lopen we tussen gletsjers en sneeuw! We bereiken de Lotschenpass (2690 m) waar we een prachtig uitzicht hebben en rusten uit in het zonnetje bij de Lotschenpasshutte. Onderweg hebben we nog regelmatig even contact met een Canadees die al tegen de 80 jaar is, maar nog fit en energiek dezelfde berg als wij oploopt. Hij loopt langzamer dan wij, maar wij rusten meer, waardoor hij ons bij iedere rust weer inhaalt en wij hem weer inhalen als we verderlopen.
Na de rust dalen we vervolgens af naar Lauchernalp. De weg is langer dan verwacht, dat voelt waarschijnlijk zo, omdat onze spieren van de afgelopen wandeldagen overbelast raken, en na een poosje stoppen we even om op de kaart te kijken … totdat ik koeiebellen hoor en op kijk … de paar koeien, waar wij geen aandacht aan schonken, ze zijn immers wel toeristen gewend zou je verwachten, vinden ons blijkbaar een bedreiging, want ze komen steeds dichterbij en kijken niet vriendelijk. We zetten het op een lopen en zijn blij als we het stuk land van deze koeien door een hekje uitlopen. Extra zorgvuldig sluiten we het hek achter ons.
Al snel daarna komt Lauchernalp en ook het in dat dorp gelegen Alpine Village in zicht. Het ligt schitterend aan de rand van een steile bergrand, uitkijkend over een kloof. Alpine Village is een vakantiepark, voornamelijk gericht op ski-liefhebbers. Lauchernalp blijkt een typisch Zwitsers ski-oord te zijn. Het is alleen te bereiken voor wandelaars via de Lothschepass, of anders via de kabelbaan vanuit Wiler. Als we ons hotel binnen treden zien we al gelijk onze koffers staan. We checken in en gaan naar onze kamer … een mooi groot appartement! We hebben een woonkamer, keuken, twee slaapkamers en een badkamer tot onze beschikking en niet te vergeten een groot balkon met een schitterend uitzicht over de kloof en de bergen aan de overkant. Net een plaatje uit een boek. We hoeven geen gebruik te maken van de keuken in ons appartement, want ook hier krijgen we een diner. Niet zo culinair als in ons vorige hotel, maar het smaakt ons goed:
* salade
* rijst met gefrituurde vis
* ijs met appeltaart
‘s-Avonds kijken we nog naar een Harry Potter film op tv.

3371

Dag 8, zaterdag 3 september
Duur: 6 uur
Bij het ontbijt komt de jonge, vriendelijke kok vragen wat we graag als avondeten willen die avond. Wij zijn namelijk de enige gasten. Bij het ontbijt zitten nog meer gasten, maar die vertrekken allemaal vandaag. Ook het andere Nederlandse stel. Zij hebben genoeg van het wandelen (en alle spier- en blaarpijn) en besluiten hun wandelreis 1 dag in te korten en vandaag al terug te gaan naar Kandersteg om daar hun auto te pakken en naar Interlaken te gaan, waar ze willen gaan shoppen.
De kok stelt voor een echt Zwitsers kaasfondue voor ons te maken. Dat klinkt ons wel erg goed in de oren! en we stemmen toe.
We gaan weer op pad. We wandelen vanuit Lauchernalp via groene weiden en later via de bossen naar Tellialp, waar we op een terras in het zonnetje een lekkere coupe Tellialp (= ijs) eten. Na deze rust wandelen we door naar Fafleralp (1787 m) en dan via het kleine, oude boeren dorpje Eisten naar Wiler, waar we de kabelbaan terug naar Lauchernalp nemen. Wiler is een groot dorp, waar we gelijk even een supermarkt opzoeken om wat drinken en lekkere snacks voor tussendoor in te slaan.
Terug in Lauchernalp frissen we ons op en gaan we naar het restaurant van het hotel, waar we buiten met een schitterend uitzicht genieten van ons voorgerecht: een plankje met diverse soorten ham en kaas. Het koelt dan snel af en binnen nuttigen we de heerlijke kaasfondue.

3384

Dag 9, zondag 4 september
Duur: 3 uur
Officieel is dit onze laatste dag van het wandelarangement. Na het ontbijt pakken we onze spullen in en gaan met de kabelbaan naar Wiler, nemen daar de bus naar Goppenstein en vervolgens de trein terug naar Kandersteg, waar onze auto nog bij hotel Alfa Soleil geparkeerd staat.
Wij hebben echter nog twee nachten bijgeboekt in Kandersteg, zodat we niet gelijk daarna terug naar huis hoeven te rijden. Helaas krijgen we niet hetzelfde hotel toegewezen, maar overnachten we in hotel Blumisalp.
Al bij het inchecken merken we dat dit hotel lang niet kan tippen aan ons vorige hotel, Alfa Soleil. Het ziet er stukken minder netjes uit en het hotel heeft minder faciliteiten.
We zetten onze spullen op onze kamer en gaan een wandeling maken naar de Blausee, een meer dat volgens de Anwb een bezoek waard is. Daar aangekomen blijkt dat het een erg toeristisch park is met een meer, diverse planten en diverse dieren, waarvoor we entree moeten betalen. Nu we er toch zijn, besluiten we het park dan ook maar te gaan bekijken. We lopen een rondje door het park en zien een grote forellenkwekerij en een klein dierentuintje. Daarna zoeken we een plekje aan het water en gaan we even relaxed wat lezen in onze boeken die we mee genomen hebben.
Via dezelfde weg lopen we weer terug naar ons hotel.
Bij het avondeten blijkt dat de eigenaar van het hotel wil overkomen alsof het een voortreffelijk hotel is, net zo goed als Alfa Soleil, maar ook wat betreft het eten haalt hij dat bij lange na niet. Hij kent de etiquette regels niet en het eten is absoluut niet op culinair niveau, maar wel leuk geprobeerd. We eten:
* Basler Mehlsuppe
* Champignontoast “Chef”
* Schweinsfilet gebraten, Melonensauce – Griessgnocchi – Gemusebouquet
* Fruchtsalat mit Rahm

2688

Dag 10, maandag 5 september
Duur: 6 uur
Ons wandelarangement is voorbij en dus kiezen we nu zelf een wandeling uit. Op onze eerste dag in Kandersteg zagen we een kabelbaan die naar de Allmenalp (1725 m) gaat, maar deze kant van de bergen hebben we de afgelopen dagen nog niet bezocht. Dus besluiten we die kant op te gaan. De kabelbaan loopt verschrikkelijk stijl omhoog en ik ben erg blij als ik weer met beide voeten op de berg sta. We beginnen aan een klim naar de bergtop ‘First’ (2549 m), die vooral aan het einde erg stijl is. Door de vele uren wandelen van de afgelopen dagen zijn onze benen erg vermoeid geraakt, maar toch besluiten we door te gaan. Het is tenslotte onze laatste wandeldag, en daarna moeten we weer een jaar wachten voordat we de bergen in kunnen.
De bergtop zelf is erg smal en mijn hoogtevrees wordt op de proef gesteld als we er even rusten om wat te drinken. Maar het uitzicht is grandioos! Vanaf de top zien we route van de drie wandelingen van de voorgaande dagen: de Oeschinensee, de Gemmipas en de Lotschenpas. Ook het dorp Kandersteg zien we in de diepte liggen. Het is er een aantal graden koeler dan beneden en we besluiten al snel verder te gaan. De afdaling begint steil naar beneden, maar met behulp van staalkabels gaat het prima. Een super ervaring! En onderweg blijft het uitzicht, naar de andere kant van de berg, heel mooi en wijds. Via de Gollitschenpass (2194 m) lopen we terug naar Kandersteg, een stijle en vermoeide afdaling van 1350 m!
Helemaal vermoeid schuiven we ‘s-avonds aan tafel in ons hotel.
* Gemusecreme
* Pasta Ingredienza
* Gamspfeffer mit Trauben – Weizenkuchlein – Blattsalat mit Kurbiskernen
* Vermiccelles mit Eis und Rahm.
Dit laatste lijkt op slierten chocolade, maar het is heeel erg smerig (sorry!). Als we om eens heen kijken zien we dat vrijwel iedereen dit toetje laat staan. Ik denk dat de hint voor de chefkok dan wel groot genoeg is … in ieder geval krijgen wij het ook niet weggeslikt en laten wij het ook staan.
We lezen nog in ons boek en we vallen, terugkijkend op een super vakantie, tevreden in slaap.
Morgen weer naar huis … :(.

Dag 11, dinsdag 6 september
Na het ontbijt pakken we onze spullen en gaan we naar huis.

Noorwegen

maandag 21 augustus t/m woensdag 30 augustus

Individuele wandelreis van SNP
Hardangervidda / Van fjell naar Fjord langs hotels en berghutten
Van de ruige, door gletsjerijs gegeselde hoogvlakten naar de stille schoonheid van de diepe, groene fjorden. Dit is Noorwegen: afwisselend en onvoorspelbaar. De voettocht begint in het Hallingdal, de toegangspoort tot de grootste hoogvlakte van het land: de Hardangervidda. Eerst maken we twee dagwandelingen in de omgeving van de florarijke bergketens Reineskarvet en Hallingskarvet. Vervolgens reizen we per trein verder naar de Finsehytta, gelegen op 1222 m, midden op de Hardangervidda. Dit is het beginpunt van een spectaculaire, driedaagse trektocht over de wilde, arctische hoogvlakte en door het diepe canyonachtige Aurlandsdal. Eindpunt is het lieflijke Aurlandsfjord nabij Flam. Hier kunnen we genieten van de pure schoonheid van de Noorse kust. Vanaf Flam reizen we met de Flamsbana tenslotte naar Myrdal, waarbij we een van Europa’s mooiste treintrajecten volgen. De laatste nacht verblijven we in de sfjeervolle Hanzestad Bergen met zijn levendige en kleurrijke haven.

3429

dag 1 / maandag 21 augustus
De reist begint erg spannend. We zouden om 9.55u met het vliegtuig vanuit Schiphol naar Oslo vliegen. We hebben de bus en de trein op weg naar Schiphol keurig ruim op tijd gepland … wat denk je! Staat de trein vlak voor de Schipholtunnel 1 1/2 uur stil!!! Oftewel: vliegtuig gemist! Er waren uiteraard veel meer gedupeerden. Ook Stefan en Kim uit Nijmegen. Zij hebben, door dezelfde treinvertraging, hun vliegtuig naar Berlijn gemist. Gelukkig mogen we alle vier kostenloos (lang leve de KLM!!!) onze vliegtickets omboeken naar een latere vlucht. Samen hebben we gezellig gewacht. Ons vliegtuig vertrekt diezelfde dag om 14.50u ‘s-middags.
Omdat we een latere vlucht nemen, zijn we genoodzaakt om ook een latere trein (Bergenbahn) van Oslo naar Al te nemen. We hebben de kaartjes voor de eerdere trein al via internet gekocht (dat is goekoper dan aan het loket), maar deze kunnen we helaas niet omboeken. We moeten dus nieuwe, duurdere, kaartjes kopen. Dat is nog niet het ergste. Door deze latere treinreis, die om 23.00 u vertrekt kunnen we niet genieten van al het moois wat er tijdens dit treintraject te zien is. Bovendien moeten we een behoorlijke lange tijd op het station in Oslo wachten op de trein en missen we ons avondeten in ons hotel. Gelukkig heb ik wat sudoko puzzels bij me en hebben we, onder het genot van station’s voedsel, een wedstrijdje ‘Sudoko’s oplossen’ tegen elkaar gedaan.
Om 22.30u komt onze trein voorrijden. In Noorwegen krijg je bij het kopen van treintickets vaste zitplaatsen toegewezen (een erg goed systeem!). Helaas hebben wij niet de beste zitplaatsen. Wij zitten nl achteraan in een wagon, waardoor we onze stoel niet in ligstand kunnen zetten. Maar toch hebben we, dankzij een kussentje, oordopjes en ooglapje, die op alle stoelen lagen, lekker geslapen.
Tegen aankomst tijd in Al (3.10u) komt een conducteur ons wakker ‘maken’ (we zijn al wakker, want we zijn wel zo slim om onze telefoon-wekker te zetten) en melden dat we er bij de volgende halte uit moeten. Dat noem ik nog eens netjes! Maarjah, dat kan ook he, met vaste zitplaatsen. Ze weten dan precies wie op welke zitplaats zit en wie wanneer de trein dient te verlaten.
Om 3.10u rijdt de trein inderdaad Al binnen en stappen wij, in het holst van de nacht, het dorpje door, op weg naar ons hotel, dat gelukkig dichtbij (500 m) is en goed staat aangegeven. We hebben eerder die dag SNP, ons reisbureau, al laten bellen met het hotel om aan te geven dat we niet aan het begin van de avond, maar midden in de nacht, aan komen. Afgesproken is dat we kunnen aanbellen, de nachtportier ons binnen laat en dat we ook nog wat te snacken krijgen. Wat denk je? Na een paar keer aanbellen blijft de deur gesloten! … maar eindelijk, na diverse bel pogingen en 10 minuten later, komt dan toch de nachtportier, die zeer gebrekkig Engels spreekt, naar buiten. En … we worden inderdaad verwacht! Joepi! De snacks worden vergeten, maar ach, we zijn toch moe en willen niets liever dan lekker verder slapen. En dat kunnen we. We hebben een schitterende kamer met heerlijke dekbedden (ik hou niet van lakens)! Later blijkt dat we in ieder hotel en zelfs in de hutten, dekbedden hebben. Dat is in Noorwegen blijkbaar gebruikelijk.

3496

dag 2 Dinsdag 22 augustus
Afstand: 18 kilometer / Duur: 6 uur
Stijgen: 450 m / dalen: 450 m

Omdat we vandaag al gelijk een flinke wandeling, zoals de SNP planning aangeeft, willen maken hebben we besloten om, ondanks ons nachtelijke avontuur gisteren, toch op tijd op te staan. Zelfs ik ben lekker fit, dus blijkbaar hebben we echt goed geslapen in de trein.
Bij het openen van de gordijnen kijken we uit over het zonnige dorpje Al en het station. We hebben helemaal zin in de eerste wandeldag! Na het heerlijke ontbijt en het maken van een lunchpakket, trekken we er met onze wandelschoenen en dagrugzak op uit.
SNP adviseert ons om de eerste 4 km, inclusief 200 m stijgen, van de tocht per taxi af te leggen. Maar, zo enthousiast, energiek en misschien ook wel eigenwijs als we zijn, besluiten wij het stuk te voet af te leggen. En dat hebben we geweten. We kunnen het ‘zwarte hek’, waar de echte wandeling begint, niet vinden. Wel komen we voorbij een bord, waar routes op getekend staan. Een van die routes hebben we gevolgd. En dat geeft ons na een kleine klim, een erg mooi uitzicht over Al en de rivier die er stroomt. Als we daar al genietend ons lunchpakket aan het nuttigen zijn, komt er een plens water naar beneden. Dus trekken we snel ons regenpak aan.?
Als we, na de korte regenbui, aan de afdeling beginnen, komen we uiteindelijk uit bij … jawel, het zwarte hek!
Bij terugkomst in het dorp hebben we nog even het centrum bekeken en onze drinkvoorraad aangevuld.
Daarna zijn we in ons hotel heerlijk gaan douchen en genieten we van een lekker 3 gangen diner.

3687

Dag 3 / Woensdag 23 augustus
Afstand: 21 km / Duur: 7-8 uur
Stijgen: 700 m / Dalen 900 m

Na het ontbijt pakken we onze spullen en zijn we naar het station van Al gelopen. In een heel schattig, knus stationshalletje wachten we op onze trein naar Geilo, die om 9.55u vertrekt en om 10.13u aankomt in Geilo, onze volgende overnachtingsplaats. Bij het uitstappen zien we al direct dat dit dorp helemaal is toegerust op de wintersportliefhebber. Mocht je een keer een ski-vakantie in Noorwegen willen gaan doen, dan is deze plaats zeker een aanraden! Ook het hotel waar we later in terecht kwamen, maar zover zijn we nog niet.
Bij het station komt een courier van het hotel onze bagage oppikken, zodat wij gelijk kunnen starten met onze wandeling. Noujah, eerst even een taxi gebeld, om ons het eerste stuk naar boven te laten brengen, want de ski-lift is buiten gebruik.
Vervolgens gaan we te voet verder in dit prachtige gebied met wijdse uitzichten over de Hardankgervidda. Eerst 7 km in westelijke richting via Gullsteinhovda (1109 m) naar Prestholseter (1250 m). Prestholster is niet meer dan een lunchhut, die helaas ook buiten gebruik is. Helaas, geen lekkere warme soep voor ons. Want na een poosje zon was de lucht dichtgetrokken en vielen er regelmatig wat druppels regen. Vanaf deze lunchhut is er de mogelijkheid om nog door te lopen via een minigletsjer op 1600 m hoogte naar Presholtskardet op 1859 hoogte. Maar ivm de tijd, besluiten we dat niet te doen. We willen immers voor donker weer terug zijn! Wat wel teleurstellend is, dat we zagen dat we ook per auto/taxi naar de lunchhut hadden kunnen gaan (over die weg zijn we gelukkig niet te voet gekomen, anders is het helemaal balen!). Als we dat hadden geweten, hadden we dat gedaan, zodat we nog wel tijd hadden gehad voor een klim hogerop, om vervolgens het stuk terug te lopen naar ons hotel in Geilo.
Na de lunch beginnen we aan onze terugtocht, een andere weg dan de heenweg, die langs een erg mooie waterval loopt. De zon komt inmiddels ook weer te voorschijn.
Als we weer in de bewoonde wereld komen, komen we bij een vakantiedorp waarbij de huizen bedekt zijn met gras. Later blijkt dat dat in Noorwegen heel normaal is. Prima isolatiemateriaal. Via een heel leuk, romantisch weggetje langs het water (diezelfde rivier als waar we in Al op uit keken) lopen we terug naar het dorp Geilo. Na inmiddels 2 dagen lopen begin ik mijn beenspieren te voelen en ben ik blij als we uiteindelijk in het dorp zijn. Daar lopen en kijken we nog even wat rond. We zien een ‘HolSpaarbank’!! Erg leuk! De provincie waar we verblijven blijkt ‘Hol’ te heten. We proberen nog om een leuke Hol-Trol voor mijn ouders te vinden, maar helaas lukt dat niet. We zijn inmiddels flink vermoeid van al het wandelen en besluiten aan de hand van de routebeschrijving op zoek te gaan naar ons hotel. Maar … we kunnen het hotel niet vinden! En het begint ook nog eens keihard te plenzen! Helemaal zeiknat proberen we nog een poging in een straat waarvan we toch echt denken dat we moeten zijn … even vragen aan iemand en jah … we moeten gewoon nog een stuk verder lopen. Hotel in zicht! Joepi! Zeiknat en met smerige schoenen komen we een poepmooi hotel binnen. Maar dat zijn ze wel gewend zeiden ze :). We krijgen een erg mooie kamer toegewezen. Alle spieren in ons lichaam deden inmiddels zeer en ow, wat is het dan fijn om een heerlijk warme douche te kunnen nemen! En daarna wederom weer een heerlijk 3 gangen diner. Dit keer een buffet met volop keuze mogelijkheden. Vooral de vele soorten taart, ijs en fruit als toetje staan mij wel aan :).
We merken hier dat het blijkbaar een gewoonte is in Noorwegen om gratis water te schenken bij het eten. In ons vorige hotel was dat namelijk ook zo.

3710

3761

Dag 4 / Donderdag 24 augustus
Afstand: 10 km / Duur: 4 uur
Stijgen: 200 m / Dalen: 200 m

Het opstaan gaat moeizaam. Al onze spieren doen pijn! Na het ontbijt pakken we weer onze spullen en worden we door de hoteltaxi naar het station (800 m) gebracht. Daar nemen we om 10.15u de trein naar Finse (1222 m).
Dit treintraject is schitterend!! Helemaal als we een tunnel uitrijden … wat we dan zien! Dat is te mooi voor woorden. Zo waanzinnig gaaf! Voor de tunnel is alles nog groen, na de tunnel (en een stuk stijgen natuurlijk) is alles kaal en zijn er stukken bedekt met sneeuw. Voor de tunnel is het een graad of 20, na de tunnel een graad of 8! Na aankomst op het kleine station van Finse (het is net alsof je je in de middeleeuwen waant) wandelen we met onze grote koffers 500 m over stenig pad (dat rolt lekker :() naar de Finsehytta, onze eerste hut waar we zullen slapen. Gelukkig krijgen we een 2-persoons kamer (wel met stapelbed, dus knus zal het ‘s-nachts niet worden) toegewezen. We hadden ook op een slaapzaal terecht kunnen komen, dus we zijn allang blij met wat privacy.
Nadat we onze spullen daar geplaatst hebben, beginnen we aan onze volgende wandeling, naar de voet van de gljetsertong Blaisen (1400 m). Gelukkig lopen we onze spierpijn er al snel uit. Het blijkt dat er een groep schooljeugd een excursie naar die gletsjer heeft, dus het is helaas wel wat druk op het pad. Onderweg lopen we een gammele zomerbrug en een woest watertje over en moeten we veel klauteren over grote stenen. Als we bij de gletsjer aankomen gaat het helaas weer regenen, maar het natuurverschijnsel ziet er erg indrukwekkend uit. De schooljeugd gaat onder begeleiding van een gids de gletsjer beklimmen, maar voordat de gids alles duidelijk heeft uitgelegd en de schooljeugd eindelijk luistert naar wat ze moeten doen, hebben wij het koud en beginnen we aan onze terugtocht (zelfde weg terug, beetje jammer). Gelukkig wordt het weer droog.
Terug in de hut gaan we voor het eten nog even een boek lezen in de gezamenlijke en gezellige woonkamer.
Als de bel voor het eten gaat, lopen we de eetzaal binnen. Er is heerlijk voor ons gekookt. Weer een 3 gangen diner. Dat had ik niet verwacht in een hut. We zitten met z’n allen aan lange tafels, hutje mutje, maar erg gezellig om wat contacten te leggen. Het valt ons op dat er vooral Noren zijn. Later blijkt waarom. De drie-daagse huttentrektocht, waarvan dit de eerste dag is, valt toevallig in het weekend (donderdagavond tot en met zondag). En dan trekken er veel Noren in hun bergen erop uit.
Na het eten lezen we nog wat en daarna zoeken we ons bed op, waar we heerlijk in slaap vallen. Helaas worden we al vrij snel weer wakker … we hebben dan wel een kamer voor onszelf, maar die kamer is wel naast een grote slaapzaal … jaah, waar de groep schooljeugd van de gletsjer van vandaag, de nacht doorbrengt. En zij brengen de nacht niet slapend door. Dat gaat met veel gepraat, gezang en met de radio flink hard aan. Helaas slaapt de begeleider van de groep aan de andere kant van de hut (groot gelijk heeft hij …) en de eigenaar van de hut ook. Het lijkt erop dat alleen wij er last van hebben! Ewout klopt tot twee keer toe aan en maakt in Engels duidelijk dat wij de herrie niet op prijs stellen, dat we nog behoorlijk wat wandeluren in het vooruitzicht hebben en graag goed willen slapen. De 2e keer wordt er gelukkig gehoor aan gegeven.

3922

Dag 5 / Vrijdag 25 augustus
Afstand: 15 km / Duur: 6 uur
Stijgen: 425 m / Dalen: 425 m

Na het ontbijt brengen we onze koffers naar het station, van waar ze met de trein naar Flam gebracht zullen worden. Daar worden ze in een gebouw opgeslagen, totdat wij over een paar dagen ook in Flam aankomen. Ondertussen doen wij het met onze trekkersrugzakken waarin voor 3 dagen drinken, kleding, toiletbenodigdheden en boeken zitten.
We starten onze wandeling op het station en al snel zien we dat onze route gemarkeerd is met steenmannetjes. Onderweg zien we nog een wildcampeerder, vele schapen en steken we weer een brug over. Dit keer is het geen gammele brug. Na een stevige klim en een ‘oversteek’ van een gletsjer (de gletsjer was erg klein, dus je kunt er ook omheen, zoals ik maar doe. Ewout glibbert wel over de gletsjer) komen we bij het hoogste punt (1617 m) van die dag waar we bij een noodhut (leegstaand) onze lunch nuttigen. Zoetjes aan begint het erg mistig te worden in de bergen. Al snel voegen zich mensen bij ons, die er ook hun lunch gaan nuttigen. Het zijn 2 Noorse dames en nog 2 Noorse mannen. Wij vertrekken weer als eerste, maar al snel wordt de mist zo dik, dat we geen hand voor ogen meer zien. Dit vind ik toch wel erg benauwend. Gelukkig blijft Ewout erg rustig. Zodra we ons pad niet meer zien stoppen we. We weten dat de anderen, die dit gebied kennen, ons achterop komen. Net op het moment dat ze eraan komen, komt er ook een groep mensen ons tegemoet, dus was het heel makkelijk ons pad weer te vinden. Zodra we aan de andere kant van de bergrug komen, is de mist opgelost en de zon schijnt weer. Wel jammer dat we een mooi wijds uitzicht hebben gemist. De afdaling wordt ingezet en we lopen langs het heldere meer ‘Omnsvatnet’ (1317 m) (waar je bij mooi weer in kan zwemmen) en steken de minigletsjer ‘Storefohn’ over. De route gaat dan verder via een rotsig pad en soms moeten we wat kleine beekjes overspringen. De wat grotere beekjes zijn via grote rotsblokken over te steken. En eindelijk komt daar dan onze volgende overnachting in zicht: de Geiterygghytta. Als we de hut zien moeten we nog wel een half uur lopen.
Als we daar aankomen blijken we weer geluk te hebben. We krijgen een 2-persoons kamer, genaamd ‘Gullsildre’.
Ik blijk geen ‘echte berghut’ fan te zijn … het geeft niet mijn voorkeur om na een stevige bergwandeling met flinke spierpijn boven een gat m’n behoefte en plas te moeten doen en via buitenom naar douchehokjes met spinnen te moeten gaan om vervolgens met douchemuntjes te moeten douchen, waardoor je razendsnel je shampoo uit je haar moet spoelen, omdat je anders kans hebt dat de douche ermee ophoudt terwijl je nog een kop vol shampoo hebt :).
Maar de gezelligheid in zo’n hut maakt wel alles weer goed. We hebben voor het eten wat gekletst met andere (Noorse) wandelaars in de hut. Zij hebben Nederland wel eens bezocht en hebben ervaren dat Nederland erg ‘flat’ is. Na een lekkere 3-gangen maaltijd zijn we nog wat gaan lezen en vroeg gaan slapen. Gelukkig dit keer zonder schooljeugd :).

4038

Dag 6 / Zaterdag 26 augustus
Afstand: 19 km / Duur: 8 uur
Stijgen: 300 m / Dalen: 650 m

Er staat vandaag een flinke wandeling op het programma. 19 km, 8 uur lopen met een flinke daling (dat lijkt makkelijker dan stijgen, maar is zwaarder dan je denkt!). Dat is meer dan we eerder hebben gedaan deze vakantie. ‘s-Ochtends besluiten we van het aanbod van de huteigenaar dankbaar gebruik te maken. Hij kan ons (en wat anderen), tegen een kleine betaling uiteraard, met de auto op weg brengen. Ik merk nl inmiddels dat ik niet gewoon spierpijn heb, maar dat ik een spier in mijn knieholte flink heb overbelast.
Terwijl we op onze rit wachten (de eigenaar moet eerst even zorgen dat alle mensen vertrokken zijn) zien we berggeiten en een bergvos bij de hut.
Rond half elf gaan we op weg en worden we afgezet bij de Steinbergdalshytta, waar ons wandelpad voorbij loopt. We hebben door deze autorit onze tocht met 3 uur ingekort.
We hebben mooi weer op deze wandeltocht. We lopen over een smal pad door flinke begroeiingen. Dus geen kale rotsen meer maar alles groen! Een heerlijke afwisseling. Het pad begeeft zich steeds meer in een U-vormig langgerekt dal, overgaand in een steeds nauwer wordende kloof.
Diep onder ons stroomt een heldere rivier, die wordt voorzien van steeds meer vegetatie op de oevers, oftewel het begin van de ‘Aurlandsdalen’.
Via een betonnen dam steken we een stuwmeer over, waar een kort stuk klauteren naar de bodem van de volgende beek begint. Daarna breiken we het hutje ‘Gronestol’ (ongebruikt), waar we nog wat eten nuttigen. Als we weer op weg gaan vernauwt de kloof zich en al snel wordt onze volgende overnachting, de ‘Osterbo Turisthytte’ zichtbaar. We moeten nog wel een uur lopen voordat we deze hut bereiken. Waarom dit een ‘Turisthytte’ heet merken we al snel. Deze hut is duidelijk toeristischer ingericht dan de andere twee hutten waar we overnacht hebben. Deze hut heeft betere voorzieningen (fijne douches!) en is per auto voor iedere toerist makkelijk bereikbaar. Maarjah, niks is zo mooi om er via de bergen na een flinke wandeltocht te komen! We krijgen een 4 persoonskamer toegewezen, maar slapen er met z’n tweeën, dus weer een kamer voor ons alleen! We hebben echt geluk.
Ook hier genieten we weer van een lekkere 3-gangen maaltijd en na op onze kamer wat gelezen te hebben, gaan we slapen.

4121

Dag 7 / Zondag 27 augustus
Afstand: 14 km / Duur: 7 uur
Weinig stijlen/dalen

Na het ontbijt gaan we weer op pad. Het is een van de meest bijzondere wandelroutes vanwege de afwisseling in terreingesteldheid, vegetatie en landschap. We wandelen door nauwe rivierdalen, door smalle canyons, langs steile afgronden en passeren prachtige panorama’s. De route begint langs de oevers van het nauwe Aurlandsrivierdal. Via een steile afdaling komen we bij de nauwe rivieroevers. Af en toe passeren we oude, verlaten boerderijen. Onderweg kunnen we via een kortere weg, maar extra inspanning door een stijle klim (met kabels gezekerd) en een steile daling een stuk afsnijden. Maar omdat onze benen aardig vermoeid zijn geraakt van de afgelopen dagen en ik nog steeds een zere knieholte heb (waar ik overigens prima mee kan lopen) besluiten we de langere weg te nemen. Wel maken we een klein ommetje om het Vetlebotvatnet (een door tollend water uitgesleten ronde kom) te bekijken. Erg mooi! Geleidelijk dalen we af naar Vassygdi (we komen nog langs een spectaculaire waterval), de plaats waar de bus naar Flam, onze volgende overnachting, vertrekt.
Als de bus Flam inrijdt zien we het gelijk. Een supertoeristisch dorp! Sohee, wat een mensen! Veel Japanners! We halen bij het station onze koffers op en lopen hiermee naar ons pension (Pension Heimly), waar onze kamer een schitterend uitzicht heeft over het prachtige fjord en het dorp. Helaas komt er ‘s-avonds een enorm cruiseschip (vol met Japanners :)) de haven ingedraaid, wat ons uitzicht op het dorpje Flam wegneemt.
Ook hier krijgen we weer goed te eten en vallen we tevreden in slaap.

4204

Dag 8 / Maandag 28 augustus
Vandaag beginnen we de dag weer met een lekker ontbijt. SNP stelt ons voor om met een boottocht het Fjord op te gaan, maar wij hebben eigenlijk helemaal geen zin in een boottocht.
Een andere mogelijkheid is het beklimmen van de berg ‘de Prest’ (1363 m), maar dat willen onze benen niet meer.
Ewout heeft een beter idee. We gebruiken eens andere spieren en huren fietsen! We nemen de weg langs het fjord, dat er zo waanzinnig mooi uitziet. Maar al snel blijkt dat ik, door alle spierinspanningen van de afgelopen dagen, de berg, die op onze route gepland sta, niet opgefietst kom. Na een km of 6 zijn we omgedraaid en hebben we de fietsen ingeleverd. We zijn een lekkere kop chocolademelk gaan drinken en hebben nog wat gerelaxed (eindelijk :)) op onze kamer. Aan het einde van de middag, voor het avondeten, hebben we nog een leuke, rustige wandeling van ongeveer 1,2 uur gemaakt om en door Flam heen en hebben we wat toeristische winkeltjes bezocht. Ik vind de trollen erg leuk, maar besluit om niets te kopen.
Na wederom een lekkere maaltijd, waar we bijkletsen over onze avonturen met een ander stel, dat een dag na ons is aangekomen, maar dezelfde reis doet als wij, gaan we nog wat lezen op onze kamer en vallen daarna lekker in slaap.

4308

Dag 9 / Dinsdag 29 augustus
Na het ontbijt pakken we onze spullen in en nemen we de trein van Flam (op zeeniveau) naar Myrdal (op een hoogte van 866 m). We snappen nu waarom het in Flam stikt van de toeristen. Deze treinreis (de ‘Flamsbana) is namelijk het meest spectaculaire traject van het noorse wegennet, tenminste, dat beweren de boekjes. Aangezien wij niet van massa-toerisme houden, worden wij hier niet van genieten. Jah, de natuur is mooi als je naar buiten kijkt, maar om eerlijk te zien, geniet ik daar te voet veel meer van dan per trein. Tot groot ongenoegen van ons, stopt de trein zelfs 10 min onderweg bij een waterval (Reinungsfoss). Al die Japanners stappen uit de trein om foto’s te schieten. Er wordt ook nog een toneelstukje opgevoerd. We hebben deze vakantie onderweg erg veel watervallen gezien en daar was deze waterval toch echt de minst mooie van! Zeker met al die toeristen ervoor :). Maargoed, voor ons is deze treinreis gewoon een vervoersmiddel ipv een toeristische atractie, dus wij zijn blij als de trein weer vertrekt en we na 40 min in Myrdal aankomen. Daar zijn we overgestapt op de Bergenbahn (die waar we op dag 1 ‘s-nachts ook al 3 uur mee getreind hebben, maar dan elders in het land), een hele mooie treinroute met grootse variatie aan landschapsveranderingen. Van de fjord met vriendelijke boomgaarden naar de ‘fjell’ met sneeuwvelden en rotsformatie, daarna de overgang geleidelijk dalend tussen de berken- en dennenbossen naar de vriendelijke havenstad Bergen.
Daar aangekomen wandelen we met onze koffers de stad in, op zoek naar Hotel Ambassadeur. Daar krijgen we een erg leuke, nette kamer toegewezen. We droppen er onze koffers en gaan de stad verkennen. Wel ontzettend wennen om na 9 dagen natuur in een drukke stad terecht te komen. Bergen is wel een mooie stad met veel oude houten koopmanshuizen aan de fjorden- en scherenkust van de Atlantische Oceaan, met hele leuke kleurige huisjes. Vooral het gedeelte ‘Bryggen’ vinden we bijzonder. Daar staan de allereerste huisjes die in Bergen werden gebouwd aan de haven in het centrum van de stad. De huisjes hebben mooie kleuren en staan scheef.
We ontvluchten al snel de stadsdrukte en gaan met de Floyenbanen (een snelle lift) tot 320 m boven zeeniveau, waar we een bos met leuke wandelroutes aantreffen en een restaurant (Floyen Folkerrestaurant) met een schitterend uitzicht over de stad Bergen, de fjorden en de bergen. We besluiten er te gaan eten. Helaas is het weer niet warm genoeg om buiten op het terras plaats te nemen, dus gaan we binnen zitten.
Na het eten lopen we nog even de souvenierswinkeltjes binnen en koopt Ewout een trol voor me (joepi! Nu heb ik er toch een!).
Daarna gaan we met de Floyenbahnen weer naar beneden en lopen door de stad terug naar ons hotel.

3448

Dag 10 / Woensdag 30 augustus
Na het ontbijt pakken we voor de laatste keer onze spullen in en gaan we per Flybus naar het vliegveld in Bergen, vanwaar we naar Schiphol terugvliegen. Met de rechtstreekse treinverbinding (deze keer zonder vertraging) en de bus komen we ‘s-middags terug in ons huisje in Eindhoven.

Uiteraard hebben we onze extra kosten ivm de vertraging getracht bij de NS te declaren. Maar helaas, van klantvriendelijkheid hebben zij nog nooit gehoord denk ik. Ze zijn wel verplicht onze treinkaartjes te vergoeden. Maar daar blijft het dan wel bij. We hebben daarom onze rechtsbijstandverzekering aangeschreven (de reisverzekering vergoed ook niets). Omdat we daarvoor net te weinig declareren en ze dus niets voor ons kunnen betekenen, heeft Interpolis, omdat ik al zo lang klant ben en nog nooit een beroep op ze gedaan heb, wel alle gedeclareerde kosten vergoed (nieuwe treintickets, de al betaalde treintickets wegens schadevergoeding omdat we de treinreis nu in het donker maakten en niet van het uitzicht konden genieten, en het stationsvoedsel ivm een gemiste maaltijd in ons hotel). Lang leve Interpolis!